9223 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
........ Apfel ........ nicht weit vom Stamm.
fallen - fiel - gefallen: sterk werkwoord met -a-
ich falle
du fällst
er/sie/es/der Apfel fällt (onderwerp)
ihr fallt
Kennst du (deze) ........ Mann?
du (kennst): onderwerp
diesen Mann: lijdend voorwerp, 4e naamval
dieser Mann: 1e naamval
diesem Mann: 3e naamval
diese: vrouwelijk of meervoud 1e en 4e naamval
Spirituosen sind ........ .
'Geistige' Getränke met meer dan 15 % vol. alcohol (der Alkohol).
Das Getränk: alles wat je normaliter kunt drinken. Voor alcoholische drankjes wordt wel eens het uit het Engels afkomstige 'der Drink' gebruikt.
De borrel (bijv. jenever): der Schnaps.
Een borrel nemen: einen trinken, dus zonder 'Schnaps', omdat het ook om een andere alcoholische drank kan gaan.
"Biertje?!": Sollen/wollen wir ein Bier trinken? / auf ein Bier in die Kneipe gehen? / Hast du Lust auf ein Bier?
De uitspraak van de -ö- lijkt op de Nederlandse uitspraak van de dubbelklinker ........ .
De lange -ö- spreek je uit als in meubel/heuvel.
De -ei- lijkt in het Duits meer op -ai-.
Er bestaat ook een -ai-: der Kaiser, der Monat Mai, der Mais.
De klank -oe-: schrijf je in het Duits als -u-.
Het Duits kent geen klank als het Nederlandse ui.
De Duitse uitroep 'Ui!' (uitspraak: oei): = Ojé, net als in het Nederlands o jee(tje).
Tschö mit ö is een verbastering van Tschüs! Net als doei! i.p.v. dag!
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |