MOB-versie | Naar grote versie


Net zoals het Nederlands in Limburg ietwat anders klinkt dan in Groningen is de uitspraak in verschillende regio's van Duitsland niet helemaal gelijk.

In het Noorden en in Thüringen zegt met niet Fisch maar Füsch. In Hamburg wordt de -g aan het einde van een woord als -ch (voor in de mond) uitgesproken en in Hessen is de -sch- heel 'volmondig'.

In dialecten zijn de verschillen uiteraard nog veel groter.

 

Online tips https://www.deutsch-lernen-online.net/aussprache


Op deze pagina staan enkele algemene uitspraakregels voor standaard Duits om de verschillen met het Nederlands aan te geven.

 

In het algemeen spreken Duitsers voor in de mond. Ze spreken ieder letter uit (ook de laatste letter).

  • In het Duits spreek je elke -n aan het eind van een woord duidelijk uit: "Ich gehe einkaufen".
  • "Guten Morgen" dus niet uitspreken als "Goetemorge" maar als "Goetenmorgen".

Klinkers worden in principe in het Duits lang uitgesproken.

Maar ook de volgene letters zijn van invloed op de uitspraak.

Soms geeft de spelling nog eens extra aan hoe je de klinker uitspreekt:

der Ruß (roet): de ß geeft aan dat de klinker lang is zoals bijv. in het Engelse 'to lose' en ook in Mus.

Volgen bijvoorbeeld de tweeklanken -ch- of -ck- dan is klinker korter: noch, Wecker;

der Schluss (einde) en der Russe (rus): dubbele s, dus korte u (oe).

der Bus is een uitzondering op de regel dat een korte klinker door -ss gevolgd wordt. Je spreek de -u- dus ongeveer als in boete uit.

 

Het Duitse alfabet is vrijwel hetzelfde als het Nederlandse.
Waar de uitspraak afwijkt, staat het er hieronder bij.

letter + uitspraak

voorbeeld 

[uitspraak]

 

 

 

ä

 

 

e (kort)

Bäcker 

[bekker]

ee (lang)

Mädchen 

[meedchjen]

 

 

 

äu

 

 

oi

Bäume

[boime]

 

 

 

c

 

 

ts

CD

[tseedee]

ch

 

 

na i ich als in 'wiegje'
na a Nacht als in nacht
     

ei

 

 

ai

mein

[main]

 

 

 

eu

 

 

oi

heute

[hoite]

 

 

 

g

 

 

g (als in het Engelse golf)

gerne

 

 

 

 

l

 

 

l (met de punt van de

tong acher je boventanden)

 

toll

 

 

 

 

 

 

ö

 

 

eu

böse

[beuze]

 

 

 

s

 

 

midden in een woord
of aan het eind van
een woord: s

 

das

dass

 

 

das: iets langerekte a

dass: korte a

aan het begin van een
woord, voor een klinker:

tussen s en z in.

 

See

Sonne

 

 

[zee]

[zonne]

 

voor een p of een t:
sch als in chocolade

 

Sport

Stock

 

 

[schport]

[schtok]

 

sch

 

 

ch

Schokolade

[chocolade]

 

 

 

ß ('sz'* of 'scharfes S')

 

 

s

Fußball

[foesbal]

 

 

 

u

 

 

oe

Hut

[hoet] iets langere oe

 

 

 

ü

 

 

uu

Schüler

[sjuuler]

 

 

 

Vase [fase] maar ook [wase]
f Verein [fer-ein]
     
w Wasser water, dus als in het Nederlands
     

y

 

 

u

typisch

[tupisj]

 

 

 

z

 

 

ts

tanzen

[tantsen]

*de naam 'sz' stamt  uit de combinatie s + z van een oud Duitse lettertype.

 

Tip:

De umlaut komt alleen voor op de a, u, au en o. Dat kun je onthouden met het woord auto.

 

Over het algemeen ligt in het Duits de uitspraak de duur (de lengte) van klinkers tussen die van Nederlandse korte en lange klinkers. 

De lengte van klinkers wordt beïnvloed door de klanken die er op volgen.

 

De -ie- is langer dan een enkele -i- : der Riese (lang) - der Link (kort).

Ook een -h- verlengt de klinker: die Kohle (lang). (Uitzondering: (er) gibt: ondanks de enkele -i- wordt het lang uitgesproken).

Vóór de -ß- zijn klinkers lang: die Straße (lang) - die Gasse (kort).

Vóór een dubbele medeklinker worden klinkers kort uitgesproken: Mutter, kommen, Flüsse. 

Vergelijk:

der Fuß - die Füße: lange -u- (oe/uu als in koe en muur) 

der Fluss - die Flüsse: korte -u- (als in zoek en kussen)

 

Bij vrouwlijke woorden met de uitgang -ie is te letten op de afgezwakte uitspraak van de -e aan het einde als of de letter (in het Nederlands) een trema zou hebben:  

die Aktië (aktzië), die Arie (lied in een opera), die Linie, die Prämie, die Studië (stoedië), die Serië.

De klemtoon ligt bij alle woorden op de eerste lettergreep.