MOB-versie | Naar grote versie



Bijvoeglijke naamwoorden

Bijvoeglijke naamwoorden beschrijven iets of iemand nauwkeuriger.

  • Der Turm ist hoch - ein hoher Turm.
  • Die Stadt ist interessant - eine interessante Stadt
  • Das Buch ist dick - ein dickes Buch.

Vóór een zelfstandig naamwoord worden bijvoeglijke naamwoorden verbogen: de uitgang verandert.

 

Vuistregels

  • Bijvoeglijk naamwoord na een lidwoord
enkelvoud 1e naamval
uitgang
na der - die - das: + -e

na

ein (mann.)

 

eine (vrouw.)

 

 

ein (onz.).. + geslacht:

 

+ -er

ein kleiner Mann

 

+ -e

eine nette Frau

 

+ - es

ein freches Kind

meervoud na

die, mein, kein, alle, welch

+ -en

 

Het schema met de uitgangen -(e)n kun je ook zien als een ouderwetse sleutelvorm met de greep aan de rechterkant en de baard links.


 

  • Bijvoeglijk naamwoord zonder voorafgaand lidwoord: 
    dezelfde uitgangen als der - die - das.

Uitgebreide informatie zie hier onder.

 

Bijvoeglijk naamwoord:

 

Bijzonderheid: der Deutsche / die Deutsche is afgeleid van het bijvoeglijke naamwoord deutsch.

Het is dus een zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord en wordt dusdanig verbogen:

Der Deutsche. Er war ein Deutscher. Die Deutsche. Sie ist eine Deutsche (1e naamval). Ich kenne einen Deutschen/ eine Deutsche (4e naamval).

De andere benamingen van nationaliteiten die op -e eindigen zijn geen bijvoeglijke naamwoorden.

Zie hiervoor de uitlegpagina 7 x -(e)n






Help | Contact  |  Instellingen  |  


Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel



Martin van Toll Producties
in samenwerking met
Fundgrube Deutsch