In het Nederlands boomkroonpad of boomkruinwandeling genoemd.

der Wipfel: top van een boom (lijkt op der Gipfel: (berg)top)

der Pfad: pad

boomgrens: die Baumgrenze

heißen - hieß - geheißen

Meestal zijn werkwoorden die in het Nederlands sterk of zwak zijn dat ook in het Duits, maar er zijn uitzonderingen. In dit geval is het Nederlandse werkwoord 'gemengd' en de Duitse versie een sterk werkwoord.

De uitdrukking 'ganz großes Kino' (dus zonder lidwoord) geeft aan dat een belevenis, gebeurtenis, film, verhaal zeer aangrijpend en indringend is: groots! episch!

Het hoeft dus niet letterlijk om een film te gaan maar is er wel van afgeleid: Vom Winde verweht (Gone with the Wind) und Titanic ist ganz großes Kino.

Een zeer grote bioscoop: ein sehr großes Kino (groot gebouw/filmdoek).

Een gigantische show: Das European Songfestival ist eine Riesenshow.

(Eine Show abziehen: ophef veroorzaken / aandacht trekken / 'acteren', bijv. voetbal: eine Schwalbe machen.)

Der Zweifel is de stam van het werkwoord zweifeln.

Im Zweifel: er is geen beweging/verandering maar een statische situatie, derhalve 3e naamval.

Der Angeklagte, ein Angeklagter (1e naamval): 

bijvoeglijk naamwoord dat zelfstandig gebruikt wordt.

De uitgang is dus van lidwoord, naamval en geslacht afhankelijk.

Mannelijk met lidwoord in de 2e, 3e en 4e naamval:

des, eines / dem, einem / den, einen Angeklagten.