0 actieve gebruikers

Inloggen bestaande gebruiker

Aanmelden nieuwe gebruiker

Naar mobiele versie


Antwoorden van 27-11-2025 (niveau 3)



eerdere test 27 NOV geen latere test beschikbaar
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 3 hebben de test van 27-11-2025 zo ingevuld:



Hast du ........ schon gefragt, ob er morgen kommt?



76 % (afgerond)ihn 
24 % (afgerond)ihm

Fragen combineert met de 4e naamval. Ich frage dich / ihn / Sie.

Ich habe es (lijdend voorwerp) den Lehrer gefragt. Ich frage ihn das (het hem) mal bei Gelegenheit.

Er zijn dus in het Duits zinnen mogelijk met een lijdend voorwerp én nog eens een 4e naamval.

 

Bitten (verzoeken), fragen (concrete vraag stellen), kosten, lehren (doceren): deze 4 werkwoorden hebben de vaste 4e naamval.

Es kostete ihn das Leben. Die Dozentin lehrt die Studenten den vierten Fall.


Zie ook de pagina werkwoorden met vaste naamval.



Die Frage nach dem Kinderwunsch bei dem Bewerbungsgespräch wurde als übergriffig erfahren.

 

übergriffig: ........



2 % (afgerond)onzinnig
83 % (afgerond)grensoverschrijdend 
overslaand
14 % (afgerond)overbodig

Het begrip übergriffig gaat over het 'overschrijden van grenzen in de persoonlijke sfeer' / als onfatsoenlijk ervaren gedrag jegens personen. Het is niet tot handtastelijk (handgreiflich) beperkt.

Bij sollicitaties is het ronduit verboden om naar kinderwens c.q. bestaande zwangerschap te informeren. 


Zie ook de pagina Links.



Wir haben (belang/baat bij) ........ einer schnellen Lieferung.



8 % (afgerond)Interesse für
6 % (afgerond)Belang bei
86 % (afgerond)Interesse an 

belang hebben bij: Interesse haben an

das Interesse

interesse hebben in / geïnteresseerd zijn: sich interessieren für, Interesse haben für eine Sache

 

Belang bei: bestaat niet in deze combinatie.

Er bestaat wel de uitdrukking 'Belange in einem Unternehmen haben' (der Belang) in de betekenis van 'investeringen/baten hebben'.

Past niet in de betekenis van de zin van de opgave.


Zie ook de pagina gebruik.



Ihm ist übel.



Hij is euvel.
7 % (afgerond)Hij is het zat.
4 % (afgerond)Het wordt hem kwalijk genomen.
89 % (afgerond)Hij is misselijk. 

De 3e naamval ihm heeft betrekking op de gesteldheid van hem.

Mir geht es nicht gut, mir ist übel.

Hij is euvel: Er ist übel (kwaadaardig).

Hij is het zat: Ihm reicht es. / Es reicht ihm. Er hat es satt.

(satt sein: voldoende gegeten)

Het wordt hem kwalijk genomen: Es wird ihm übel genommen.


Zie ook de pagina standaardzinnen met 3e naamval.



TOTAALRESULTAAT:
83% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)





Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel

© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties

opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß