9277 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
- Wie hoch ist der Berg?
- Der Großglockner ist mit 3.798 Metern ........ Berg Österreichs.
der Berg (zie zin 1)
der Großglockner = der Berg, dus beide woorden staan in de 1e naamval
1e naamval: na der, die, das staat höchste (enkelvoud), dus uitgang -e voor alle woorden, ook 4e naamval vrouwelijk en onzijdig.
Deine Eltern waren in Berlin, nicht wahr?
Hat (hun) ........ die Stadt gefallen?
Het werkwoord gefallen combineert met de 3e naamval:
Wie gefällt es dir/Ihnen? - Amsterdam gefällt mir gut.
Duitse versie van een 'like' op facebook: gefällt mir.
euch: 3e en 4e naamval van ihr
euer = bezittelijk: Ihr wart in Delft, hat euch euer Aufenthalt (verblijf) gefallen?
Bei so viel Regen (groeit) ........ das Gras schnell.
wachsen-wuchs-gewachsen (sterk werkwoord: de klinker verandert)
ich wachse
du wächst
er/sie/es wächst
Bij sterke werkwoorden verandert de -a- in -ä-.
De vorm wüchse is conjunctief en wordt alleen in literaire of andere geschreven taal wel eens gebruikt:
Er wünschte sich, er wüchse über sich hinaus.
Hij wou/wenste dat hij boven zich uit kon stijgen.
Spreektaal: Er wünschte sich, dass er über sich hinauswachsen könnte.
Der Kriminalkommissar soll den Fall ........ .
ein Rätsel, einen Fall lösen
verlosen: das Auto kann man gewinnen, es wird verlost (das Los = loterijlot)
auflösen: Zucker in Wasser auflösen
erlösen: verlossen
De bekendmaking van de oplossing van een raadsel/quizvraag wordt soms wel die Auflösung genoemd.
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |