9247 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
Wir möchten gerne ein paar (voorstellen doen) ........ .
der Vorschlag - die Vorschläge + machen
Woorden bestaande uit de stam van een werkwoord zijn overwegend mannelijk, hoofdregel meervoud: umlaut + -e.
doen - maken: tun - machen
Het gebruik van deze woorden verschilt wel eens tussen Nederlands en Duits. Zie eventueel bij Spreektaal - Standaardzinnen NL-D / D-NL.
Verkehrsregel für Kinder:
Bei Rot (moet) ........ man stehen, bei Grün (mag) ........ man gehen.
müssen: als echte noodzaak (Ich muss zur Toilette.)
Hier: Je moet wachten anders loop je het risico op een boete of erger.
ich darf, man darf, wir dürfen: werkwoord dürfen = mogen
ich mag, man mag, wir mögen: werkwoord mögen (graag mogen, lusten)
sollen: moeten 'op gezag van'
In deze zin is 'bei Rot soll man stehen' eveneens correct.
Maar je moet natuurlijk niet oversteken alleen omdat het 'groen' is.
Ich muss unbedingt noch einkaufen gehen, ........ haben wir heute Abend nichts zu essen.
sonst: anders, in het andere geval (gevolg)
anders: anders dan gewoonlijk
sondern: niet het een maar het ander - nicht dies sondern das
allerdings: echter / maar (beperkend/relativerend)
unbedingt: beslist
Dat is een Duitse kennis van ons.
Das ist ein deutscher ........ von uns.
de/een kennis mannelijk: der Bekannte, ein Bekannter
vrouwelijk: die/eine Bekannte
de kennis (weten): das Wissen, die Kenntnis
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |