0 actieve gebruikers

Inloggen bestaande gebruiker

Aanmelden nieuwe gebruiker

Naar mobiele versie


Antwoorden van 04-11-2025 (niveau 2)



eerdere test 04 NOV geen latere test beschikbaar
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 2 hebben de test van 04-11-2025 zo ingevuld:



(Trainer Klaus Augenthaler)

Fußball ist nur schön, wenn du hinterher ........ Verband trägst und nicht, wenn ........ Frisur noch gut sitzt.

 



5 % (afgerond)einer, dein
86 % (afgerond)einen, deine 
4 % (afgerond)einem, deinem
4 % (afgerond)eine, dein

In der Verband herken je een stamvorm van het werkwoord (ver)binden-band-gebunden. Deze woorden zijn overwegend mannelijk, hier 4e naamval: Du trägst einen Verband.

 

die Frisur (kapsel): uitgang -ur is vrouwelijk, hier 1e naamval

Die Frisur sitzt gut.


Zie ook de pagina geslacht.



(In zakelijke context)

Ich möchte gerne (een afspraak met u maken) ........

 



14 % (afgerond)eine Verabredung mit Sie machen.
8 % (afgerond)ein Termin mit Sie machen.
2 % (afgerond)eine Absprache mit Ihnen machen.
76 % (afgerond)einen Termin mit Ihnen vereinbaren. 

der Termin, einen Termin vereinbaren: een (formele) afspraak maken

einen Termin beim Arzt machen

die Absprache: overeenkomst

die Verabredung: minder voor zakelijke afspraken gebruikelijk

etwas verabreden (in zakelijke zin): overeenkomen

 

mit3e naamval

mit Ihnen / mit dir / mit ihr / mit ihm 

Sie: 1e en 4e naamval.


Zie ook de pagina met 3e naamval.



Heute ist ........ Tag, um etwas Neues zu lernen!

 



14 % (afgerond)einen wunderschönen
1 % (afgerond)einem wunderschönen
18 % (afgerond)ein wunderschönen
67 % (afgerond)ein wunderschöner 

der Tag / ein Tag: mannelijk woord

heute = Tag: 1e naamval

 

1e naamval: der schöne Tag - ein schöner Tag


Zie ook de pagina koppelwerkwoorden.



Der Verkäufer sagte:

Ich muss mal im (magazijn) ........ nachsehen, ob wir noch einen Vorrat Toilettenpapier haben.

 



3 % (afgerond)Vorratskammer
85 % (afgerond)Lager 
8 % (afgerond)Speicher
4 % (afgerond)Laden

das Lager: magazijn in winkel of werkplaats (ook: kampement)

auf Lager haben: in voorraad hebben

etwas lagern: iets bewaren, stallen

 

die Vorratskammer: voor levensmiddelen

der Laden (die Läden): winkel (winkels)

der Speicher: zolder / opslag

speichern: opslaan (ook m.b.t. pc bestanden)


Zie ook de pagina weetwoorden II.



TOTAALRESULTAAT:
79% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)





Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel

© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties

opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß