9171 actieve gebruikers

Inloggen bestaande gebruiker

Aanmelden nieuwe gebruiker

Naar mobiele versie


Antwoorden van 06-09-2024 (niveau 2)



eerdere test 06 SEP latere test
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 2 hebben de test van 06-09-2024 zo ingevuld:



Wir verwenden nur ........ Tomaten aus eigenem Anbau.

 

     



1 % (afgerond)frischem
79 % (afgerond)frische 
21 % (afgerond)frischen

Die Tomaten (meervoud) is lijdend voorwerp: 4e naamval.

Er staat geen woordje uit de der- of (m)ein- groep voor frisch-.

De uitgang wordt dan overgenomen van het lidwoord:

(1e en) 4e naamval meervoud: frische Tomaten.

 

Als er wél een (lid)woord voor staat krijgen bijvoeglijke naamwoorden in het meervoud in alle naamvallen de uitgang -n:

die/der/den/die frischen Tomaten.

 

 

 

afb. freepick


Zie ook de pagina zonder woord ervóór.



(Briefbegin)

........ Linda, wie geht es ........ Schwester?



7 % (afgerond)Lieber, deiner
29 % (afgerond)Liebe, deine
64 % (afgerond)Liebe, deiner 
Lieben, dein

Een briefaanhef staat in de 1e naamval.

Linda en Schwester zijn vrouwelijke personen.

Lieb- krijgt de uitgang van die, dus: liebe.

Wie geht es + 3e naamval: wie geht es dir/ihr/ihm/Ihnen/deiner Schwester/deinem Bruder?

Mir geht es gut, es geht ihr gut, es geht ihm gut .

 

Na de aanhef (dus na de komma) begin je in het Duits met een kleine letter.


Zie ook de pagina standaardzinnen met 3e naamval.



Erst wollte sie Journalistin ........ , aber dann ist sie doch Lehrerin ........ .

 



1 % (afgerond)wurden, worden
4 % (afgerond)werden, worden
86 % (afgerond)werden, geworden 
9 % (afgerond)worden, geworden

Werden drukt de toekomst uit.

Ich werde morgen einkaufen gehen.

Was willst du denn einmal werden? Wat wil je (later) worden?

 

werden - wurde - geworden: sie ist ... geworden


Zie ook de pagina onregelmatig.



Die Verkehrsregel lautet:

Bei Rot ........ man die Straße nicht überqueren (oversteken).

 



24 % (afgerond)soll
mag
2 % (afgerond)muss
73 % (afgerond)darf 

dürfen: mogen (toestemming hebben)

Man darf nicht: het is volgens de wet verboden, je kunt een boete krijgen.

sollen: moeten op grond van een opdracht - Meine Mutter hat gesagt, ich soll warten.

mögen: graag mogen, willen

müssen: noodzaak - Ich muss mich beeilen, sonst komme ich zu spät.

 

De verschillende toepassingen van sollen zijn lastig te onderscheiden.

Man soll nicht: men behoort niet. Het klinkt weliswaar als een 'bevel' maar in combinatie met man behelst het een algemene regel. Man soll nicht lügen: je hoort niet te liegen.


Zie ook de pagina dürfen / müssen / sollen / mögen.



TOTAALRESULTAAT:
76% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)






Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel

© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties

opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß