9171 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
Wir verwenden nur ........ Tomaten aus eigenem Anbau.
Die Tomaten (meervoud) is lijdend voorwerp: 4e naamval.
Er staat geen woordje uit de der- of (m)ein- groep voor frisch-.
De uitgang wordt dan overgenomen van het lidwoord:
(1e en) 4e naamval meervoud: frische Tomaten.
Als er wél een (lid)woord voor staat krijgen bijvoeglijke naamwoorden in het meervoud in alle naamvallen de uitgang -n:
die/der/den/die frischen Tomaten.
afb. freepick
(Briefbegin)
........ Linda, wie geht es ........ Schwester?
Een briefaanhef staat in de 1e naamval.
Linda en Schwester zijn vrouwelijke personen.
Lieb- krijgt de uitgang van die, dus: liebe.
Wie geht es + 3e naamval: wie geht es dir/ihr/ihm/Ihnen/deiner Schwester/deinem Bruder?
Mir geht es gut, es geht ihr gut, es geht ihm gut .
Na de aanhef (dus na de komma) begin je in het Duits met een kleine letter.
Erst wollte sie Journalistin ........ , aber dann ist sie doch Lehrerin ........ .
Werden drukt de toekomst uit.
Ich werde morgen einkaufen gehen.
Was willst du denn einmal werden? Wat wil je (later) worden?
werden - wurde - geworden: sie ist ... geworden
Die Verkehrsregel lautet:
Bei Rot ........ man die Straße nicht überqueren (oversteken).
dürfen: mogen (toestemming hebben)
Man darf nicht: het is volgens de wet verboden, je kunt een boete krijgen.
sollen: moeten op grond van een opdracht - Meine Mutter hat gesagt, ich soll warten.
mögen: graag mogen, willen
müssen: noodzaak - Ich muss mich beeilen, sonst komme ich zu spät.
De verschillende toepassingen van sollen zijn lastig te onderscheiden.
Man soll nicht: men behoort niet. Het klinkt weliswaar als een 'bevel' maar in combinatie met man behelst het een algemene regel. Man soll nicht lügen: je hoort niet te liegen.
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |