9118 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
........ Infrastruktur eines Landes muss gewartet werden.
........ Reparatur einer Brücke muss immer rechtzeitig ausgeführt werden.
Woorden met de uitgang -ur zijn vrouwelijk:
die Frisur, die Figur, die Kultur, die Korrektur, die Struktur, ...
Sie hat ........ Jugendfreund geheiratet.
der Freund - ihr Freund: 1e naamval
(Sie hat) ihren Freund (geheiratet): lijdend voorwerp, 4e naamval.
ihrem: 3e naamval - sie hat (aan haar vriend) ihrem Freund einen Kuss (lijdend voorwerp) gegeben.
In eenvoudige korte zinnen bestaande uit onderwerp (+ gezegde) + een persoon of object (zonder voorzetsel) gaat het meestal om het lijdend voorwerp, dus 4e naamval.
Of anders gezegd: ruim 80 % van de werkwoorden combineert met de 4e naamval.
Uitzondering: een aantal werkwoorden die met de 3e naamval combineren: begegnen, danken, gratulieren, helfen, folgen, (en enkele meer) en als er een voorzetsel bij betrokken is.
Briefaanhef:
Sehr ........ Herr Bergmann,
Een briefaanhef staat in de 1e naamval.
Als er geen (lid)woord voor staat krijgt het bijvoeglijk naamwoord hier de uitgang van der:
Sehr geehrter Herr,
Na de komma begint de brief met een kleine letter. Een uitroepteken (das Ausrufezeichen) na de naam is niet meer gebruikelijk.
Sie (zwaait) ........ immer beim Abschied, bis wir um die Ecke sind.
winken - winkte - gewinkt: zwaaien, wuiven
der Wink = der Hinweis: tip, wenk (op iets attent maken)
schwenken: zwaaien van een vlag of met de armen zwaaien
(die Flagge / die Arme schwenken)
streicheln: aaien
wedeln: waaieren, dus met een waaier of iets dergelijks/ kwispelen (hondestaart)
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |