9136 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
(Daarnet) ........ habe ich die Nachbarin gesehen.
vorhin: zonet, zojuist
vorher: eerder, daarvoor (voor iets anders gebeurt / gebeurd is)
vorab: van tevoren, vooraf
voraus: vooruit (voraussagen, vorhersagen: voorspellen)
Ook: Die Wandergruppe folgt, ich gehe voraus.
Ook mogelijk: Ich habe gerade die Nachbarin gesehen.
........ Mai ist ........ fünfte Monat des Jahres.
De namen van de maanden zijn mannelijk.
der Mai = der Monat: verbonden door het koppelwerkwoord ist staan beide in de 1e naamval.
der erste, der zweite, der dritte Monat
Uitspreken van de datum: 3.4. = Heute ist der dritte Vierte.
Wir sehen uns am dritten Vierten.
Er (dronk) ........ die Flasche leer und (gooide) ........ sie dann fort.
trinken - trank - getrunken
werfen - warf - geworfen
Werkwoorden die in het Nederlands sterk zijn (klinker verandert) zijn dat vrijwel altijd ook in het Duits.
Meestal lijken de klinkers in beide talen op elkaar: a-o-u.
Maar dat geldt niet voor alle werkwoorden.
(Zie eventueel lijst bij 'sterke werkwoorden'.)
Die Bewohner erheben Einspruch gegen die neuen Regeln.
Einspruch erheben: ........ .
der Einspruch: mannelijk (oude stamvorm van sprechen)
aanspraak maken op: Anspruch erheben auf
inspraak eisen: Mitspracherecht fordern
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |