9136 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
Wie de schoen past trekke hem aan.
Wie zich schuldig voelt, mag zich aangesproken voelen.
In deel 1 is der Schuh onderwerp.
Aan wie de schoen past: wem (demjenigen, dem) der Schuh passt.
Der Schuh passt mir.
Wer den Schuh passt = wer den Schuh anprobiert: Degene (onderwerp) die de schoen (in de winkel) past, maar dat is hier niet bedoeld.
In deel 2 is ihn (den Schuh) lijdend voorwerp.
De werkwoordsvorm ziehe is hier conjunctief tegenwoordige tijd van type 'Leve de koning'. Ook: der möge ihn anziehen.
Ich warte seit einer Stunde auf ........ Bus.
De vaste cominatie warten auf combineert met de 4e naamval (der Bus - auf den Bus).
Het gaat om een mentale/abstracte betekenis, dus niet om een plaatsbepaling, beweging of richting.
Warten in/an/auf (het station) als plaatsbepaling: waar?, dan 3e naamval. Ich warte auf dem Bahnsteig (3e) auf den Zug (4e).
Ich warte auf dem Bus (3e naamval): Ik wacht bovenop de bus. Dit zou eveneens een plaatsbepaling zijn maar is een enigszins onrealistische situatie.
Das Jahr 2024 hatte 366 Tage. Es war ein (schrikkeljaar) ........ .
schalten: schakelen, er wordt een extra dag 'ingeschakeld'
das Schreckensjahr: desastreus jaar
Wechseljahr bestaat alleen in het meervoud: die Wechseljahre = 'de overgang' (menopauze).
"Entschuldigung, wissen Sie, wo hier ein Postamt ist?"
"Tut mir leid, aber ich (ben hier niet bekend) ........ .
sich auskennen (wederkerig): de buurt, de weg kennen
ook: bekend zijn met een onderwerp / verstand hebben van
Ich kenne mich mit Autos aus.
(sich aus)kennen - kannte (sich aus) - (hat sich aus)gekannt
Ich bin hier nicht bekannt: Men kent mij hier niet.
Er ist bekannt wie ein bunter Hund: Iedereen kent hem (hier).
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |