8942 actieve gebruikers

Inloggen bestaande gebruiker

Aanmelden nieuwe gebruiker

Naar mobiele versie


Antwoorden van 05-03-2025 (niveau 3)



eerdere test 05 MRT latere test
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 3 hebben de test van 05-03-2025 zo ingevuld:



Er hat sein ganzes Geld (verbrast) ........ .

 



40 % (afgerond)verbummelt
5 % (afgerond)untergejubelt
55 % (afgerond)verjubelt 

verjubeln: in de jaren '80 in het Nederlands overgenomen (verjubelen)

 

unterjubeln: onderschuiven

Man hat ihm diese Aufgabe untergejubelt.

Sie hat ihm das Kind untergejubelt, der Vater ist jemand anders.

verbummeln: verlanterfanten, verlummelen

Er hatte einen Kater und hat dadurch den ganzen Sonntag verbummelt. Sie hat nicht auf die Zeit geachtet und dadurch den Termin beim Arzt verbummelt.

bummeln gehen: zonder doel door de stad slenteren / een kroegentocht maken, 'aan de boemel gaan'

der Schaufensterbummel: 'etalagewandeling'

(zie eventueel ook 'spreektaal/alfabetisch')

 

 

 

 

afb. geograph


Zie ook de pagina Links.



Der Sänger hat ........ Figur und ........ Frisur.



16 % (afgerond)einen guten - einen schrägen
77 % (afgerond)eine gute - eine schräge 
7 % (afgerond)ein guten - ein schrägen

die Figur, die Frisur: woorden met de uitgang -ur zijn vrouwelijk

 

schräg (schuin): beetje gek, prettig gestoord, bizar


Zie ook de pagina geslacht.



Der Wäschekorb stand in der Ecke.

Sie (gooide de) ........ schmutzige Handtuch in ........ Wäschekorb.

 

      



78 % (afgerond)warf das, den 
11 % (afgerond)warf das, dem
1 % (afgerond)werfte den, dem
11 % (afgerond)wirf den, den

werfen + inbeweging met richting en resultaat, dus 4e naamval: in den Wäschekorb 

das Handtuch: Een van de woorden die in het Duits onzijdig zijn i.t.t. het Nederlands. Zoals ook das Auto, das Radio, das Telefon, das Ufer en enkele meer (zie lijst bij 'zelfstandige naamwoorden: geslacht').

 

werfen - warf - geworfen: sterk werkwoord

Meestal lijken de klinkers van sterke werkwoorden in Duits en Nederlands op elkaar (a-o, e-i), bij werfen wijkt de klinker sterk af: wierp = warf.


Zie ook de pagina met 3e/4e naamval.



Wir bauen ein Boot.

Nächsten Sommer, (als) ........ das Boot fertig ist, fahren wir damit in Urlaub.

 

            



80 % (afgerond)wenn 
2 % (afgerond)als
9 % (afgerond)wann
10 % (afgerond)falls

Het gaat hier om een tijd in de toekomst: als het klaar is.

Wenn ich fertig bin, komme ich zu dir.

 

Als: toen, dus verleden tijd. Als das Boot fertig war, fuhren wir in Urlaub.

Wann = wanneer?

Falls: indien, in het geval dat (alleen als de boot dan misschien nog niet klaar is).


Zie ook de pagina Bijwoorden / voegwoorden / kommaregels.



TOTAALRESULTAAT:
72% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)





Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel

© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties

opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß