9759 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||
Der 1. Mai ist in Deutschland ........ Feiertag. Er fällt dieses Jahr ........ Mittwoch.
Der 1. Mai = ein Feiertag, door het koppelwerkwoord staan beide in de 1e naamval.
Der Tag fällt auf ('waarheen?' figuurlijke beweging met doel) einen Montag: 4e naamval.
Kurt Tucholsky (schrijver/dichter 1890-1935):
"Es geht nirgends merkwürdiger zu als auf ........ Welt."
Wisselvoorzetsel auf: controlevraag 'waar gebeurt het'?, dus hier 3e naamval.
auf der Welt sein: situatie verandert niet, dus 3e naamval
auf die Welt kommen (geboren worden): 'beweging/verandering', dus 4e naamval.
Die Welt: behoort bij de groep vaak gebruikte vrouwelijke woorden met de uitgang -t: die Stadt, die Zeit, die Sicht, die Kunst, etc.
Tucholsky war Liebhaber von 'schrägem Humor': af en toe licht absurdistisch.
Hem wordt gevraagd zijn mening te geven.
Vragen in de betekenis van verzoeken: bitten.
Fragen: alleen bij een concrete vraag.
Darf ich dich etwas fragen? Darf ich dir eine Frage stellen?
Zowel fragen als bitten combineren altijd met 4e naamval. Er kunnen in een zin dus twee zinsdelen in de 4e naamval staan.
Lijdende zin
Dit is een van de weinige verschillen in zinsbouw tussen Nederlands en Duits:
'Wir fragen/bitten ihn' verandert in 'Er wird (von uns) gefragt / gebeten'.
Let op de verschillen in de formulering:
Er wird um seine Meinung gebeten.
Er wird nach seiner Meinung gefragt.
Die Haarfarbe des ........ Mädchens ist rotblond.
Mädchen eindigt op -chen: onzijdig.
Bepaling met van is in het Duits 2e naamval.
Na een lidwoord krijgen bijvoeglijke naamwoorden mannelijk, vrouwelijk en onzijdig in de 2e (en 3e) naamval de uitgang -en.
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |