9247 actieve gebruikers

Inloggen bestaande gebruiker

Aanmelden nieuwe gebruiker

Naar mobiele versie


Antwoorden van 17-12-2024 (niveau 1)



eerdere test 17 DEC latere test
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 17-12-2024 zo ingevuld:



Ich muss mal ........ Toilette.

 



15 % (afgerond)nach der
80 % (afgerond)zur 
5 % (afgerond)nach

Die Toilette: een plek waar je naartoe gaat, net als 'Ich gehe zum Markt'. Hiervoor gebruik je in het Duits zu (+3e naamval)

zu + der = zur

kort: "Ich muss mal. / Ich muss mal wohin." :)

nach = naar: voor steden en landen. Wir fahren nach Deutschland.

plaats- of tijdsbepaling met de 3e naamval;

nach = na 

Nach der Kurve (bocht) seht ihr schon die Tankstelle.

Nach einer Stunde kam er endlich.

 

Spreektaal voor zur Toilette gehen: aufs Klo gehen.


Zie ook de pagina gebruik.



Ein zu hoher C02 Anteil im Klassenzimmer hat negative Auswirkungen auf unsere (prestatie) ........ .

 



79 % (afgerond)Leistung 
5 % (afgerond)Ausbildung
14 % (afgerond)Forderung
2 % (afgerond)Präsentation

die Leistung, etwas leisten: prestatie, iets presteren

die Präsentation: presentatie / voordracht

die Ausbildung: opleiding

die Forderung: eis / claim


Zie ook de pagina weetwoorden I.



Wat is er met jou aan de hand?: ........



83 % (afgerond)Was ist mit dir los? 
12 % (afgerond)Was ist los?
5 % (afgerond)Was ist mit dich los?
Was ist mit deiner Hand?

Was ist mit dir los: Wat heb je? Wat is er met jou?

Was ist mit: moet aangevuld worden met de 3e naamval, bijvoorbeeld dir / ihm / Ihnen.

Mit dich (4e) is dus nooit correct.

 

Was ist los?: Wat gebeurt er? Wat is er aan de hand? Dus niet m.b.t. de aangesproken persoon.

Was ist mit deiner Hand?: wat is er met je hand / wat heb je aan je hand?


Zie ook de pagina standaardzinnen N-D.



Er schenkte ........ Vater mal wieder ........ Krawatte zum Geburtstag.

 



3 % (afgerond)sein, ein
85 % (afgerond)seinem, eine 
12 % (afgerond)seinen, einen

geven/schenken aan: Vater is meewerkend voorwerp, dus 3e naamval

(die) Krawatte: eindigt op -e, dus vrouwelijk, hier lijdend voorwerp, 4e naamval

 

In zinnen van dit type geldt meestal:

De persoon is meewerkend voorwerp en het 'voorwerp/ding' is lijdend voorwerp.


Zie ook de pagina Naamvallen.



TOTAALRESULTAAT:
82% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)





Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel

© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties

opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß