|
0 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
Die Bank sucht neues Personal. Mein Vater arbeitet auch bei (een) ........ Bank.

die Bank: zie zin 1
bei (+3e naamval) der/einer Bank
die Bank - die Banken (geldinstituut)
die Bank - die Bänke: zitbank
huiskamerbank: das Sofa, die Couch
Ik kan me dat niet permitteren:
Ich kann mir das nicht ........ .
Sich etwas leisten können (materieel of qua gedrag): zich iets kunnen veroorloven (ook: erlauben) /permitteren.
Die teuren Schuhe kann ich mir nicht leisten. Ich kann mir nicht leisten, durch die Prüfung zu fallen (voor de test te zakken).
Die Leistung: de prestatie. Ich kann das nicht leisten: ik kan dit niet volbrengen, niet aan de eis voldoen.
ersetzen: vervangen
ergänzen: aanvullen
erfordern: behorend bij een noodzakelijke voorwaarde
Das Problem erfordert drastische Maßnahmen.
"Dat zou mooi zijn!": ........
Met zou zijn kun je een mogelijkheid (al dan niet reëel) of een wens uitdrukken.
Daarvoor gebruik je de aanvoegende wijs: würde, hätte, wäre.
Wenn ich viel Geld hätte, würde ich viel reisen. Das wäre super!
Je kunt ook een verzoek ondersteunen: "Könnten Sie mir helfen? Das wäre nett."
Das war schön: verleden tijd.
Das wird schön sein/werden: toekomst.
Das würde schön (werden): als je dat zou doen/creëren, dan zou het mooi / een mooi ding worden (ongebruikelijke constructie).
(Welke) ........ Schüler (meervoud) lernen Deutsch an dieser Schule?

Die Schüler / welche Schüler (meervoud) is onderwerp, dus 1e naamval.
Welch- hoort bij de der/die/das-groep.
der Schüler / welcher Schüler? : enkelvoud mannelijk
die Schülerin / welche Schülerin? : enkelvoud vrouwelijk
1e (en 4e) naamval meervoud: uitgang -e.
Net als: meine Schüler, keine Schüler, alle Schüler, solche Schüler.
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |