8531 actieve gebruikers

Inloggen bestaande gebruiker

Aanmelden nieuwe gebruiker

Naar mobiele versie


Antwoorden van 11-11-2025 (niveau 1)



eerdere test 11 NOV geen latere test beschikbaar
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 11-11-2025 zo ingevuld:



Sie sorgt gut ........ Kind.

 



3 % (afgerond)vor ihr
12 % (afgerond)vor ihres
19 % (afgerond)für ihren
66 % (afgerond)für ihr 

für = ten behoeve van / bedoeld voor - voorzetsel met de 4e naamval

Ich tue das gern für dich. Ich habe ein Geschenk für meinen Vater.

vor = plaats- of tijdsbepaling: vor dem Haus, vor einer Stunde

 

Bij onzijdige (das-) woorden heeft de 4e naamval dezelfde vorm als de 1e, dus er komt geen uitgang bij:

das Kind/ihr Kind (1e én 4e naamvalsvorm)

für ihren: mannelijk, für ihren Sohn


Zie ook de pagina gebruik.



In Deutschland muss man bereits seit 2003 auch für Dosen (statiegeld) ........ bezahlen.



1 % (afgerond)Stationsgeld
10 % (afgerond)Borggeld
76 % (afgerond)Pfand 
13 % (afgerond)Bürge

Das Pfand: statiegeld. Ook: borg voor een voorwerp, bijv. gehuurde schoenen op de bowlingbaan. Denk aan onderpand, pandjeshuis = lommerd.

Het statiegeld geldt enkel voor drankjes in blik: das Dosenpfand.

der Bürge: persoon die zich garant stelt (bijv. voor een schuld)

 

bereits: reeds

doos: der Karton / die Schachtel (kleine doos van niet dik karton, bijvoorbeeld die Pralinenschachtel - doos voor bonbons).


Zie ook de pagina Links.



"Wat ben je op dit moment aan het doen?"



81 % (afgerond)Was machst du gerade? 
2 % (afgerond)Was tust du denn so?
17 % (afgerond)Was beschäftigt dich gerade?

Was tust du denn so?: Wat doe je zoal?

Was beschäftigt dich gerade?: Wat houdt je bezig (mentaal)?

Womit beschäftigst du dich?: Welke bezigheden voer je uit?

 

'Doen' is in het Duits heel vaak machen.

Het is niet makkelijk om tun te onderscheiden van machen als je iets wilt vertalen.

Derhalve zijn standaardzinnen handig om te kennen.


Zie ook de pagina standaardzinnen N-D.



Ich habe ........ gestern in der Stadt gesehen.



73 % (afgerond)ihn 
27 % (afgerond)ihm

Onderwerp: ich

Lijdend voorwerp: ihn

Ich habe ihn gesehen. 

Korte zinnen bestaan vaak uit een onderwerp, een werkwoord (persoonsvorm) en een lijdend voorwerp, dus 4e naamval.

 

Er hat keinen Kugelschreiber (lijdend voorwerp).

Ich gebe ihm (aan hem = meewerkend voorwerp) einen Kugelschreiber.


Zie ook de pagina persoonlijk vnw..



TOTAALRESULTAAT:
74% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)





Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel

© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties

opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß