hinterlassen, die Hinterlassenschaft

vererben, das Erbe

vermachen, das Vermächtnis: ook voor een abstracte, ideële nalatenschap

Ook: der Nachlass, maar niet als werkwoord in deze samenhang. 

nachlassen: afnemen (storm), minderen (pijn)

zurücklassen: achterlaten

Een opgave van K.C. van der Wolf.

Woorden met de uitgang -mus zijn mannelijk.

um: 4e naamval

Er-öffnen: er- geeft aan dat iets begint, de winkel wordt voor het eerst opengesteld. Die Blume erblüht, i.t.t. verblüht.

Heute wird die Vermeer-Ausstellung eröffnet.

Heropenen: neu eröffnen. Die Neueröffnung unseres Geschäfts nach der Renovierung.

geöffnet: unser Laden ist täglich geöffnet (open)

aufgemacht: geeft een feitelijke handeling weer. Wer hat die Tür aufgemacht (spreektaal) / geöffnet? 

dicht doen: zumachen

die beiden verlobten jungen Leute = die Verlobten

der/die Verlobte: zelfstandig gebruikt bijvoeglijk naamwoord

In het meervoud na een lidwoord krijgen bijvoeglijke naamwoorden in alle naamvallen de uitgang -(e)n:

die/der/den/die beiden Verlobten.

beide Verlobte: 1e en 4e naamval zonder lidwoord