|
0 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
(Eet) ........ dein Bruder auch mit?
Ich esse
du, er, sie, es isst
wir essen
ihr esst
essen - aß - gegessen: sterk werkwoord, wissel van -e- naar -i-
De verleden tijd (aß) wordt met een lange -a- uitgesproken, derhalve met -ß.
(De) ........ Opa schenkt (zijn) ........ Enkel (een) ........ Laptop (m).

der Opa: onderwerp, 1e naamval
einen Laptop: lijdend voorwerp, dus 4e naamval
der Enkel (kleinzoon) - seinem Enkel schenken (aan zijn kleinzoon schenken): meewerkend voorwerp
die Enkelin: kleindochter
In dit type zin is de 'persoon' bijna altijd meewerkend voorwerp en het 'voorwerp' lijdend voorwerp.
foto dreamstime
Waar kun je NIETS kopen?
der Winkel: de binnenhoek
Met name wiskundig maar ook de uithoek (beetje afgelegen, verstopt gebied) en (licht verouderd) voor die Ecke.
die Ecke: de (buiten/binnen)hoek van een straat, kamer, doos e.d.
der Laden (meervoud: die Läden), das Geschäft: winkel
das Geschäft ook algemeen voor bedrijf/zaak
das Kaufhaus = das Warenhaus: warenhuis
koophuis (etage/flat): die Eigentumswohnung
Worauf muss man bei der Aussprache dieser Wörter achten?
Die Aktie, die Arie (lied in een opera), die Linie, die Prämie, die Serie, die Studie (onderzoek).
Bij deze woorden dient de eind-e uitgesproken te worden alsof de letter (in het Nederlands) een trema zou hebben:
die Aktie [aktsië], die Studie [stoedië], die Serie [serië].
De klemtoon ligt bij alle woorden op de eerste lettergreep.
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |