für: voorzetsel met de 4e naamval

die/eine Familie [uitspraak famielijë]: uitgang -e, dus vrouwelijk

für die/ihre Familie: 4e naamval

Vrouwelijke woorden hebben in de 1e en 4e naamval dezelfde vorm.

Die Werkstatt (Standaardduits) betekent werkplaats, o.a. voor de reparatie van auto's.

Die Wartung gaat over service en onderhoud (geen ruimte), dus niet gelijk aan reparatie.

Die Garage is een ruimte om een voertuig te stallen.

NB In Zwitserland gebruikt men wél Garage voor een werkplaats voor auto's.

Mir fällt (gerade) etwas ein: 3e naamval. Ik bedenk (net) iets / er schiet me iets te binnen.

Sich etwas ausdenken: iets verzinnen. Ich denke mir ein Märchen aus.

Ich kann mir nichts denken (geen reden verzinnen), warum er das getan hat.

Das hätte ich mir denken können: dat had ik kunnen weten.

Het huis van mijn oma: 'bezit van iemand' staat in de 2e naamval.

2e naamval vrouwelijk: das Haus der/meiner/einer Oma.

Das Buch meines Vaters: 2e naamval mannelijk.

Ich muss meinen Vater anrufen: 4e naamval mannelijk.