9136 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
Die beiden (studentes) ........ lernen Deutsch.
die Studentin - die Studentinnen
Vrouwelijk woorden met de uitgang -in krijgen in het meervoud de uitgang -nen: die Lehrerin - die Lehrerinnen.
(Eet) ........ dein Bruder auch mit?
Ich esse
du, er, sie, es isst
wir essen
ihr esst
essen - aß - gegessen: sterk werkwoord, wissel van -e- naar -i-
De verleden tijd (aß) wordt met een lange -a- uitgesproken, derhalve met -ß.
(Tot nu toe) ........ war das Parken hier umsonst.
bis: tot / bisher: tot nu / bis hierher: tot hier
bereits: reeds
vorhin: zonet, zojuist
vorher: eerder, voordien
Vorher niet in de betekenis van tot nu toe omdat bij deze constructie de vorige situatie genoemd moet worden:
Das Parken ist seit gestern verboten, vorher/davor war es erlaubt.
Der Nachbar ist doch recht nett. Warum (mogen) ........ ihr ihn nicht?
Mögen (ich mag - ihr mögt): graag mogen, houden van / lusten.
Wir mögen unsere Deutschlehrerin (we vinden haar aardig).
Ich mag keinen Rosenkohl (spruitjes).
möchten (ihr möchtet): beleefde vorm voor een verzoek (graag willen).
De vorm magt bestaat niet.
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |