9075 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
Sie hat ........ Mutter schon als Kind im Laden geholfen.
helfen (half-geholfen): werkwoord met vaste 3e naamval
Sie hilft ihrer Mutter. Ich helfe dir/ihm. Kann ich Ihnen helfen?
Een aantal veel voorkomende werkwoorden heeft de vaste 3e naamval: helfen, gratulieren, danken, begegnen, folgen, ...
foto: museum-grosskrotzenburg.de
Je ziet door de bomen het bos niet meer.
Man sieht ja vor lauter (3e naamval) ........ den Wald nicht mehr.
Der Baum - die Bäume, volgens de hoofdregel voor meervoud: mannelijke woorden krijgen in het meervoud meestal een umlaut en de uitgang -e. (Uitzonderingen: Busse, Hunde, Kuchen, Punkte, Schuhe.)
3e naamval meervoud: alle onderdelen van de woordgroep krijgen de uitgang -n.
Vor lauter: alleen maar, niets anders dan, vaste combinatie met de 3e naamval.
Ich kann mir die Regeln für die Grammatik nicht (onthouden) ........ .
sich merken + 3e naamval ich-mir/du-dir. Maar: er sich/Sie sich.
sich etwas/die Regeln (lijdend voorwerp) merken
Een andere vertaling van onthouden: Ich kann das nicht behalten.
markieren en kennzeichnen: van een teken voorzien, kenmerken
aushalten: uithouden, aankunnen/ergens tegen kunnen
die Regel - die Regeln
De uitdrukking 'Da bleibt einem die Spucke weg!' komt ongeveer overeen met: ........
Met de mond vol tanden staan / sprakeloos (sprachlos) zijn van verbazing en/of verontwaardiging.
Ook gebruikelijk: Jetzt bin ich aber platt!
die Spucke: onderwerp
einem - jemandem - mir: meewerkend voorwerp
Hier snap ik geen barst van: Ich kapier' das total nicht. / Ich steh' total auf dem (auf'm) Schlauch.
Daar krijgt men een droge mond van (bijv. een medicijn):
Das trocknet den Mund aus. / Davon bekommt/kriegt man einen trockenen Mund.
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |