9075 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
Das ist die Vordertür. Es gibt auch eine Hintertür.
Man kann das Haus also durch zwei (deuren) ........ betreten.
Die/eine Tür: vrouwelijk woord, zie de twee eerste zinnen.
Het woord eindigde vroeger op een -e.
durch + 4e naamval: durch die Tür / die Türen
De hoofdregel meervoud voor vrouwelijke woorden is uitgang -en:
die Frau - die Frauen
die Tür - die Türen (1e en 4e naamval).
(Beste mensen, maken jullie toch niet zo veel lawaai!)
Liebe Leute, ........ doch bitte nicht so viel Krach!
Liebe Leute = meervoud - ihr macht
De gebiedende wijs heeft dezelfde vorm: macht!
Tegen één persoon zeg je: Mach/mache keinen Krach! Machen Sie (bitte) keinen Krach.
Herrie, lawaai: der Krach, der Lärm
(Waarvoor) ........ brauchen Sie das?
etwas brauchen für: ten behoeve van
Ook: Wozu brauchst du das?
woher? / wovon?: waar vandaan? (Daher / Davon kommt das.)
wovor = waarvoor, waarvan (betrekkelijk - of vragend)
Wovor hatte man ihn gewarnt? Man hat ihn davor gewarnt.
Wovor hat sie Angst? Sie hat Angst vor Spinnen.
........ du mir bitte mal helfen ?
können - konnte - gekonnt: in staat zijn
ich kann - du kannst - er, sie,es kann
könntest/könnst du: aanvoegende wijs (zou je kunnen?)
kennen - kannte - gekannt: bekend zijn met / weten
helfen: werkwoord met de vaste 3e naamval
du hilfst mir, ich helfe dir / dem Lehrer / meinem Nachbarn
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |