Wissen is onregelmatig - enkelvoud met -ei- en -ß-:

ich, er/sie/es, man, wer, Frau Berger weiß.

Dus ook de uitgangen bij ich, er/sie/es zijn onregelmatig.

Meervoud: wir/sie wissen - ihr wisst

Bescheid wissen: op de hoogte zijn

das Gericht: de rechtbank (het gerecht)

Woorden die met Ge- beginnen en met -t eindigen zijn overwegend onzijdig.

Verbonden door ist (koppelwerkwoord) staan beide in de 1e naamval.

Das Bundesverfassungsgericht toetst wetten en regels aan de hand van de grondwet (die Verfassung, das Grundgesetz). In Nederland is dat de taak van de Eerste Kamer. Globaal is das BVG verder vergelijkbaar met de Hoge Raad in Nederland.

in: voorzetsel met de 3e of de 4e naamval

das Wasser + in + fallen: controlevraag waar of waarheen/waar naartoe?

Fallen drukt een beweging uit met verandering: 4e naamval

Vergelijk: der Ball fällt ins Wasser (4e) - der Ball liegt im Wasser (3e).

der Regen: wegen (2e) des Regens

Wat is dat nou voor een merkwaardig voorwerp?

Spreektaal: Was ist das denn für ein komisches Ding/Teil?

tegenstand: der Widerstand (tegenstander: der Gegner)

buurt/regio: die Gegend

apparaat: das Gerät, der Apparat (dus niet onzijdig)