Twee zinnen worden hier verbonden door het voegwoord dass:

Ich wusste (es/das) + es war nicht richtig.

De komma staat in het Duits vóór het voegwoord.

dass: voegwoord

das = het/hetgeen: lidwoord of aanwijzend/betrekkelijk voornaamwoord

wir: onderwerp.

das Wort - die Wörter (losse woorden zoals bijvoorbeeld in een Wörterliste), meervoudsvorm zoals die Bücher, die Fächer, die Dächer en enkele meer

van deze woorden: dieser Wörter (2e naamval meervoud)

De meervoudsvorm die Worte betreft woorden in een samenhang zoals in een toespraak:

Die Worte des Präsidenten bei der Eröffnung des Parlaments.

Die Bedeutung von diesen Worten/Wörtern: 3e naamval meervoud 

afb. easydaf.de

Als ik toch eens wist / zou weten hoe ik hem kan helpen: aanvoegende wijs.

Ook mogelijk: helfen könnte, dus eveneens aanvoegende wijs.

De aanvoegende wijs heeft meestal een umlaut.

ich weiß: ik weet

ich wusste: ik wist

Helfen combineert met de 3e naamval: ich helfe dir / Ihnen.

de merel: die Amsel

de mus: der Spatz (der (Haus)Sperling)

Spatz wordt ook als koosnaampje (Kosewort) gebruikt.

slakken en kevers: Schnecken und Käfer

vlinders en hommels: Schmetterlinge und Hummeln 

kikkers en padden: Frösche und Kröten