Ich studiere in Berlin und bekomme ab nächstem Monat BAföG.
das BAföG: ........ .

BAföG = Bundesausbildungsförderungsgesetz (de wet op de studiefinanciering). De afkorting van de naam van de wet is een synoniem voor de beurs zelf.
Het wordt aaneengesloten uitgesproken: [baafeuk].
tentamen: die Prüfung
boekengeld: das Büchergeld
huurtoeslag: das Wohngeld
Berlin hat zwei Unis: die Humboldt Universität (benannt nach dem Entdeckungsreisenden Alexander von Humboldt) und die Freie Universität.
(Wij hielpen) ........ den vielen Flüchtlingen.

helfen - half - geholfen
zo ook: werfen - warf - geworfen
Helfen combineert met de vaste 3e naamval: Ich helfe dir/Ihnen.
Den vielen Flüchtlingen (helfen): in de 3e naamval meervoud krijgen alle onderdelen van de woordgroep de uitgang -n.
Drie van de woorden drukken 'enthousiasme' uit.
Welk woord PAST NIET in de rij?

der Firlefanz: flauwekul, franje, overbodige tierelantijn
Voor 'onbelangrijk gedoe' ook: Wischiwaschi, Papperlapapp, Pillepalle.
eine Wucht!/Bombig!: een topper, een geweldige klapper!
die Wucht: kracht, hevigheid
irre: te gek! (Ook voor verbazing: Das ist ja irre.)
Nu in zwang: Das ist der / ein Hammer!
(Vergeld geen kwaad met kwaad.)
Nach der christlichen Ethik soll man nicht ........ mit ........ vergelten.
Das Gleiche - (ein) Gleiches: bijvoeglijk naamwoord dat zelfstandig gebruikt wordt (dus met een hoofdletter).
(Zonder lidwoord) Gleiches: vorm van de 1e en 4e naamval -
mit Gleichem (3e naamval).
Zo ook: das Böse - Böses mit Bösem vergelten.