Hast du ........ schon gefragt, ob er morgen kommt?
Fragen combineert met de 4e naamval. Ich frage dich / ihn / Sie.
Ich habe es (lijdend voorwerp) den Lehrer gefragt. Ich frage ihn das (het hem) mal bei Gelegenheit.
Er zijn dus in het Duits zinnen mogelijk met een lijdend voorwerp én nog eens een 4e naamval.
Bitten (verzoeken), fragen (concrete vraag stellen), kosten, lehren (doceren): deze 4 werkwoorden hebben de vaste 4e naamval.
Es kostete ihn das Leben. Die Dozentin lehrt die Studenten den vierten Fall.
Das Ministerium ließ untersuchen, inwieweit (het gedrag) ........ der Niederländer die Coronazahlen beeinflusst hat.
Das Verhalten: het gedrag van mensen/groepen, handelwijze (sociaalwetenschappelijk), dieren en planten (biologisch).
gedragswetenschapper: Verhaltensforscher
gedragsstoornis: die Verhaltensstörung
Das Benehmen en das Betragen hebben betrekking op goede/slechte manieren, dus voor de omgang van mensen in persoonlijke contacten.
Die Kinder benehmen sich / betragen sich unanständig (onfatsoenlijk).
In bepaalde context kan ook Verhalten (Reaktion, Handeln) voor interactie worden gebruik: Sein Verhalten (handelen/opstelling) in dieser Sache war nicht korrekt.
Das Flugzeug fliegt nonstop über ........ Atlantik (m) bis nach Kanada.
über: 3e of 4e naamval
Na über in de betekenis van over(heen) volgt de 4e naamval.
Van hier naar daar is een beweging met een doel.
Het vliegtuig vliegt met de bestemming Canada.
Vergelijk: Das Flugzeug kreiste über (boven: 3e naamval) dem Flugplatz.
Der Atlantik is een uitzondering (der Atlantische Ozean) want de meeste woorden met de uitgang -tik zijn vrouwelijk: die Politik, die Statistik, die Akustik, ...
Über diese Sache war sie ziemlich ungehalten.
Sie war ziemlich ungehalten: ........
ungehalten: formeel taalgebruik voor boos/geërgerd
ongedurig: unruhig, ungeduldig
onderhoudend: amüsant/unterhaltsam
onderhouden worden: versorgt werden (financieel: 'ausgehalten werden'; iemand betaalt de kosten voor levensonderhoud al dan niet voor een 'tegenprestatie')