Während ........ Pause gab es im Fitnessclub Getränke an der Bar.
die Pause: uitgang -e, dus vrouwelijk
während = tijdens: in deze zin voorzetsel met de 2e (tegenwoordig ook 3e) naamval
Voor beide naamvallen (vrouwelijk) geldt: während der Pause.
De -s bij tijdens wijst op de 2e naamval in het vroegere Nederlands: ten tijde van.
Während is tevens een voegwoord en betekent dan terwijl.
(Alle) ........ Händler auf dem Markt verdienten gut. Aber (sommigen) ........ waren dennoch nicht zufrieden.
Alle / manche Händler (meervoud): in beide zinnen onderwerp, dus 1e naamval. De 4e naamval meervoud heeft dezelfde vorm.
All- en manch-: behoren bij de der/die/das-groep en krijgen dezelfde uitgangen.
Zo ook: solche Menschen / welche Leute?
Wie spät ........ Ellen ten Damme auf?
ich trete
du trittst
er/sie/es tritt
ihr tretet
treten - trat - getreten: sterk werkwoord
Bij du, er, sie, es verandert -e- in -i-.
Meestal verandert de lange -e- in -ie- .
Uitzonderingen: treten - tritt, nehmen - nimmt
der Auftritt
Schicken Sie uns bitte (offerte) ........ .
das Angebot: offerte, aanbieding
die Anzeige: 1 advertentie / 2 aangifte (politie)
das Aufgebot:
1 bekendmaking van een voorgenomen huwelijk (bij de burgerlijke stand)
2 inzet: Das Aufgebot / der Einsatz von Polizeibeamten bei der Demonstration.
das Gebot (verouderd voor die Vorschrift, bijv. die zehn Gebote aus der Bibel).
Veel woorden met Ge- (vaak met de uitgang -e) zijn onzijdig.
Uitzonderingen: die Gemeinde, der Gedanke.