........ Freundschaft beruht immer auf Vertrauen.
Die Freundschaft: woorden die eindigen op -schaft zijn altijd vrouwelijk.
Die/eine Freundschaft: vorm van de 1e (en 4e) naamval.
(Zijn jullie) ........ miteinander befreundet?
wir sind - sie/Sie sind - ihr seid
De vorm van jullie wijkt bij alle werkwoorden af van de andere meervoudsvormen.
euer: bezittelijk - Ist das euer Freund?
euch: 3e en 4e naamval van ihr. Ich habe euch gestern gesehen.
Sie hat mir zum Geburtstag ........ Buch geschenkt.
das/(m)ein Buch: onzijdig, hier lijdend voorwerp
das deutsche Buch - (m)ein deutsches Buch: 1e en 4e naamval
Ein/mein/unser/kein krijgen voor onzijdige woorden in de 4e naamval geen uitgang.
Die Maschine funktioniert einwandfrei.
De machine werkt ........ .
einwandfrei: puntgaaf, zonder enig probleem
ook: ondubbelzinnig, je kunt er niets tegen inbrengen
der Einwand: bezwaar / tegenwerping
etwas einwenden: tegenwerpen
redelijk: einigermaßen gut / relativ gut / ziemlich gut / ganz (!) gut
gebrekkig: mangelhaft