In het Nederlands kun je het geslacht van zelfstandige naamwoorden alleen herkennen bij de onzijdige woorden door middel van het lidwoord het.
Mannelijke en vrouwelijke zelfstandige naamwoorden zijn nauwelijks nog herkenbaar. (Denk aan 's Gravenhage: de haag van de (mannelijke) graaf.)
Er zijn in de Duitse regels bepaalde overeenkomsten met Nederlandse regels, m.n. voor vrouwelijke woorden, zie:
http://www.beterspellen.nl/website/index.php?pag=99
https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/mannelijk-vrouwelijk-woord
Tip:
Als je er met de onderstaande regels niet uitkomt, is het verstandig om een woordenboek (online: zie bij 'Links') te gebruiken.
Daarin staat meestal aangegeven dat een woord männlich (maskulin), weiblich (feminin) of sächlich (neutrum, dus onzijdig) is.
In opgaven van Nu Beter Duits zie je soms (m)(v)(o) achter een woord staan: mannelijk, vrouwelijk, onzijdig.
Duits: in het enkelvoud drie geslachten
In het Duits zijn de drie geslachten - mannelijk, vrouwelijk en onzijdig herkenbaar aan het lidwoord:
Snelle beslissing
Een groot aantal woorden herken je heel gemakkelijk:
der/ein | voor mannen en mannelijke dieren |
die/eine | voor vrouwen en vrouwelijke dieren |
das/ein | voor vele alledaagse Nederlandse het-woorden die in het Duits vrijwel hetzelfde zijn. |
Meervoud
In het meervoud krijgen alle zelfstandig naamwoorden 'die' als bepaald lidwoord.
Hoofdregels voor het enkelvoud
Mannelijk: der/ein
der Vater | vader | mannelijk persoon | |
der Fahrer | chauffeur | mannelijk persoon | |
der Kater | kater | mannelijk dier | |
der Montag | maandag | dag | |
der Oktober | oktober | maand | |
der Frühling | lente | jaargetijde | |
der Osten | oosten | windrichting | |
der Schnee | sneeuw | weergerelateerd | |
der Volkswagen | Volkswagen | automerk | |
der Sozialismus | socialisme | uitgang -ismus | |
der Apparat | apparaat |
Veel woorden uit het Latijn, uitgang -t der Sport, der Transport (uitzonderingen: das Produkt, das Insekt en enkele meer) |
|
der Schmetterling | vlinder | uitgang -ling |
Zelfstandige naamwoorden die uit de stam van een werkwoord gevormd zijn:
Bijvoorbeeld: der Verband (verbinden), der Vorschlag (vorschlagen), der Antrag (beantragen), der Sonnenschein (scheinen) ...
Uitzonderingen: das Spiel (het spel), die Bahn (sich einen Weg bahnen), die Schuld (schulden: verschuldigd zijn), die Geduld (dulden: gedogen), die (Aus)schau, die Wahl (wählen: kiezen), die Qual (quälen: pesten, martelen), die Zahl (zählen), das Verbot (verbieten) en enkele vrouwelijke woorden met de uitgang -t (zie onder).
Een aantal woorden uit het Latijn en Grieks met de uitgang -t (zie helemaal onder).
De volgende uitgangen geven een indicatie dat het woord mannelijk is
maar er zijn uitzonderingen):
-en der Wagen, der Schlitten, der Garten, der Norden, der Regen ...
-er (mannelijk ca. 80%) der Computer, der Fehler, der Teller, der Wecker, ...
(15% onzijdig: das Abenteuer, das Messer, das Pulver, das Zimmer, ...
5% vrouwelijk: die Feder, die Dauer, die Kammer, die Klammer, die Mauer, die Nummer, die Ziffer, ...)
-el (mannelijk 50%) der Flügel, der Löffel, der Schnabel, der Vogel, ..
(30% vrouwelijk: die Formel, die Regel, die Nudel, die Muschel, die Tafel, die Zwiebel, ....
20% onzijdig: das Mittel, das Hotel, das Viertel, ...)
- tz Platz, der Latz (gulp/slabbetje) der Satz, der Spatz (mus), der Schatz, der Blitz, der Sitz, der Schlitz (spleet), der Schutz, der Witz, der Trotz (koppigheid), ...
(deels afgeleid van de stam van een werkwoord).
Onzijdig: das Gesetz, das Netz.
Vrouwelijk: die/eine
die Mutter | moeder | vrouwelijk persoon | |
die Ärztin | (vrouwelijke) dokter | vrouwelijk persoon | |
die Katze | poes | vrouwelijk dier | |
die Tasse | (thee)kopje | woord eindigend op -e | |
die Lehrerin | lerares |
woord eindigend op -in, vrouwelijk persoon |
|
die Bäckerei | bakkerswinkel | woord eindigend op -ei | |
die Freiheit | vrijheid | woord eindigend op -heit | |
die Einsamkeit | eenzaamheid | woord eindigend op -keit | |
die Zukunft | toekomst | woord eindigend op -kunft | |
die Heizung | verwarming | woord eindigend op -ung | |
die Mannschaft | elftal | woord eindigend op -schaft | |
die Aussicht | uitzicht | woord eindigend op -sicht | |
die Handschrift | handschrift | woord eindigend op -schrift | |
die Qualität | kwaliteit | woord eindigend op -tät* | |
die Region | regio |
woord eindigend op -ion* (uitgezonderd das Stadion) |
|
Die Konferenz | conferentie | woord eindigend op -enz* | |
die Frisur | kapsel | woord eindig op -ur* | |
die Phantasie | fantasie | woord eindigend op -ie* | |
die Technik | techniek | woord eindigend op -ik* |
* Het gaat hier om woorden uit een andere taal met name uit het Latijn. Zie helemaal onderaan: 'vreemde woorden'.
Een aparte groep vrouwelijke woorden met de uitgang - t: zie onder.
De meeste rivieren (zie onderaan deze pagina): Die Maas, die Mosel, die Weser...
De namen van bomen (eindigen vrijwel allemaal op -e): die Linde, die Birke, die Tanne,...
De namen van boten en schepen: die Titanic, die Pinta, die Admiral Schneider...
Er zijn bepaalde overeenkomsten met Nederlandse regels, m.n. voor vrouwelijke woorden, zie:
http://www.beterspellen.nl/website/index.php?pag=99
https://onzetaal.nl/taaladvies/advies/mannelijk-vrouwelijk-woord
das Kätzchen |
poesje | verkleinwoord (-chen, lein) | |
das Hotel | hotel | NL: het hotel | |
das Gebirge das Gelände |
gebergte terrein |
woord begint met Ge-, eindigt op -e (uitzondering: die Gemeinde, der Gedanke) |
|
das Verhältnis | relatie | eindigt op -nis (uitzondering: die (Er-)Kenntnis, die Erlaubnis, die Ersparnis, die Finsternis, die Wildnis) | |
das Eigentum | eigendom | eindigt op -tum (uitzondering: der Reichtum) |
Verkleinwoorden (in het Nederlands altijd het-woorden: meisje, jongetje) zijn in het Duits herkenbaar aan de uitgang -chen of -lein.
Zodra landen en steden bij naam worden genoemd zijn ze onzijdig:
(dit geldt overigens ook voor Nederlands)
Das Deutschland des 21. Jahrhunderts samt (3e nv.) seiner Bevölkerung.
Das Berlin der 30er Jahre und sein Kabarett (das).
Das heutige Amsterdam und seine Bewohner.
De letters van het alfabet: das A, das B, ...
Verder onderstaand
Een lijst met woorden die in het Nederlands onzijdig zijn maar niet in het Duits.
Een lijst met woorden die in het Duits onzijdig zijn maar niet in het Nederlands.
Veel gebruikte vrouwelijke woorden met uitgang -t
Sommige zijn ontstaan uit werkwoorden. Let op: woorden bestaand uit de stam van een werkwoord zijn overwegend mannelijk, een klein aantal met de uitgang -t of -d zijn vrouwelijk, zoals die Antwort, die Schrift (maar: der Rat, der Dienst, der Hut).
* uitgang -kunft (die Herkunft en enkele meer)
** geldt ook voor alle samengestelde woorden met deze 'uitgangen'
(uitzondering: das Gesicht - die Gesichter).
Bij deze woorden: das NIET het en het NIET das
Deze woorden zijn in het Duits onzijdig – maar niet in het Nederlands
de auto | das Auto |
de baby | das Baby |
de belevenis |
das Erlebnis (uitgang -nis: onzijdig) |
de bonbon | das Bonbon (zuurtje) |
de boot | das Boot |
de datum | das Datum |
de doek (handdoek) | das Tuch (Handtuch) |
de foto | das Foto |
de hindernis |
das Hindernis (uitgang -nis: onzijdig) |
de hobby | das Hobby |
de interesse | das Interesse |
de kin | das Kinn |
de knie | das Knie |
de maat | das Maß |
de omelet | das Omelett |
de pech | das Pech (geen geluk) |
de radio | das Radio |
de selfie | das Selfie |
de telefoon | das Telefon |
de oever | das Ufer |
de wc | das WC |
de tent | das Zelt |
Deze woorden zijn in het Duits NIET onzijdig - wel in het Nederlands
Alle windrichtingen: der Norden, der Süden, der Osten, der Westen.
het adres | die Adresse |
het antwoord |
die Antwort |
het aantal | die Anzahl |
het apparaat | der Apparat |
het artikel | der Artikel |
het uitzicht | die Aussicht (eindigt op -sicht) |
het bezit | der Besitz (mannelijk: stam van een werkwoord) |
het balkon | der Balkon |
het beroep | der Beruf (mannelijk: stam van een werkwoord) |
het bedrag | der Betrag (mannelijk: stam van een werkwoord) |
het bedrijf | der Betrieb (mannelijk: stam van een werkwoord) |
het bewijs |
der Beweis (mannelijk: stam van een werkwoord) |
het bezoek | der Besuch (mannelijk: stam van een werkwoord) |
het geduld | die Geduld |
het gevaar | die Gefahr |
het geweld | die Gewalt |
het kanaal | der Kanal |
het nadeel | der Nachteil (mannelijk: teil- is stam van een werkwoord) |
het nummer | die Nummer |
het park | der Park (mannelijk: stam van een werkwoord) |
het plan |
der Plan (mannelijk: stam van een werkwoord) |
het (de) punt | der Punkt |
het sap | der Saft |
het zand | der Sand |
het schrift | die Schrift (vrouwelijk woord met uitgang -t) |
het zicht | die Sicht (vrouwelijk woord met uitgang -t) |
het socialisme |
der Sozialismus (uitgang -ismus: mannelijk.) |
het staal | der Stahl |
het onderzoek | die Untersuchung (wetenschap: die Forschung) |
het strand | der Strand (mannelijk: stam van een werkwoord) |
het verstand | der Verstand (mannelijk: verstehen- stam van een werkwoord) |
het voordeel | der Vorteil (mannelijk: stam van een werkwoord) |
het toeval | der Zufall (mannelijk: stam van een werkwoord) |
windrichtingen der Norden (uitgang -en: overwegend mannelijk).
Vreemde woorden (Fremdwörter)
Veel woorden uit het Latijn of Grieks zijn vrouwelijk: uitgangen -enz, ie,
-ur, -ion, -ik (deze niet altijd), - tät: die Konferenz, die Demokratie, die Zensur, die Situation, die Politik, die Immunität.
Uitgang: -mus is manneljk (der Liberalismus).
Een groep mannelijke woorden (zie bij 7x(e)n) en enkele met de uitgang - t (der Apparat, der Palast), zie boven. Behalve woorden op -tät (die Qualität, die Quantität).
Enkele landennamen hebben in het Duits een lidwoord of zijn meervoud met lidwoord:
enkelvoud
meervoud:
Rivieren
De meeste rivieren zijn vrouwelijk.
(Dat geldt ook voor rivieren in andere landen maar er zijn uitzonderingen m.n. grote rivieren: der Nil, der Mississippi, der Rio Grande, der Ganges ....).
Uitzonderingen van in/door Duitsland stromende rivieren: der Rhein, der Main, der Neckar, der Inn en enkele kleine rivieren.
Bomen
De meeste namen van bomen eindigen op -e en zijn vrouwelijk (maar ook die Pappel, die Kiefer). Uitzonderingen: der Ahorn, der Wacholder, der Flieder en uiteraard als de naam eindigt op -baum (der Apfelbaum).