Die Frankfurter Buchmesse ist (een groot evenement) ........ .
die Veranstaltung: evenement, alles wat georganiseerd wordt voor een publiek
die Anstalt: instelling / instituut (algemeen: overheidsdienst / specifiek: psychiatrische instelling)
die Börse: (effecten)beurs waar waardepapieren worden verhandeld
(die Geldbörse, das Portemonnee)
das Ergebnis: resultaat
die Messe: verkooptentoonstelling/-beurs
Duitsland kent twee grote boekenbeurzen:
in Leipzig in het voorjaar en in Frankfurt in het najaar.
Sie hat (hem verzocht) ........ , doch bitte mal bei der Gemeinde anzurufen, und er hat (haar gevraagd) ........ , warum sie das nicht selber macht.
bitten en fragen: vaste 4e naamval
bitten: verzoeken
fragen: een vraag stellen
gebetet hoort bij beten: bidden - gebeden
Zij heeft hem verzocht: 'Bitte ruf mal an'.
Hij heeft aan haar de vraag gesteld: 'Warum machst du das nicht selber?'
Keas sind intelligente Vögel.
Sie haben es faustdick hinter den Ohren: ........
Ook: mit allen Wassern gewaschen sein / abgebrüht, gerissen sein.
Een verklaring voor dit gezegde: Ein alter Volksglaube besagt, dass Schalk und List als kleine Dämonen hinter den Ohren sitzen. Wer besonders viel davon besitzt, der hat dicke Wülste (bobbels, kwabben) hinter den Ohren.
(Blaffende honden) ........ beißen nicht.
der Hund - die Hunde (uitzondering op de hoofdregel umlaut + -e, zoals ook: Busse, Schuhe, Punkte)
Zonder woordje uit de der/(m)ein-groep krijgt het bijvoeglijk naamwoord in principe de uitgang van het lidwoord:
die Hunde - bellende Hunde (1e mv).
Met lidwoord in het meervoud krijgen bijvoeglijke naamwoorden in alle naamvallen + -n
die / der / den / die bellenden
bluffen: bluffen
blaffen: (an)schnauzen = wütend schimpfen (die Schnauze: snuit)