Füllen Sie bitte ........ Antrag (aanvraag) aus.
der Antrag
Woorden die uit de stam van een werkwoord (be-antrag-en) bestaan zijn overwegend mannelijk.
den/einen Antrag (ausfüllen): lijdend voorwerp, 4e naamval
Sie: onderwerp
Das Ticket war sehr teuer. Er ........
verlieren + haben: er hat es verloren
evenzo: Ich habe es vergessen
das/ein/sein Ticket: 1e en 4e naamval, dus dezelfde vorm
Amsterdam ist ........ Stadt der Niederlande.
groß - größer - am größten
der, die, das große/größte: 1e naamval, uitgang -e voor het bijvoeglijk naamwoord, geldt dus bij alle zelfstandige naamwoorden in het enkelvoud
Amsterdam (onderwerp) = die größte Stadt: koppelwerkwoord, dus beide staan in de 1e naamval.
Der Weg geht noch hundert Meter geradeaus. Bei der Weggabelung gehen Sie dann nach rechts.
die Weggabelung: ........
afgeleid van die Gabel = vork
wegwerkzaamheden: die Baustelle, die Straßenarbeiten
openbare weg: der/ein öffentliche(r) Weg
wegbewijzering: der Wegweiser, die Beschilderung (das Schild: bord)