8923 actieve gebruikers

Inloggen bestaande gebruiker

Aanmelden nieuwe gebruiker

Naar mobiele versie


Antwoorden van 13-03-2025 (niveau 1)



eerdere test 13 MRT geen latere test beschikbaar
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 1 hebben de test van 13-03-2025 zo ingevuld:



Wir fahren morgen mit dem Auto ........ meiner Oma.



24 % (afgerond)nach
76 % (afgerond)zu 

Naar een persoon gaan: zu + 3e naamval.

Zu meiner Oma, zu meinem Opa, zum Zahnarzt.

Ook voor een bepaalde plek/instelling: zum Markt, zum Rathaus, zur Party gehen.

gehen: (concreet) lopend ergens heengaan / algemeen ook  'naar een evenement gaan', dan dus niet per se lopend

 

Met een voertuig ergens heengaan: Wir fahren.

Naar een land/stad reizen: nach Deutschland, nach Köln fahren/reisen.

das Auto + mit: 3e naamval, mit dem Auto


Zie ook de pagina met 3e naamval.



Ich will hier ........ . Die Sache ist erledigt.

 

         



4 % (afgerond)einem Strich ziehen
77 % (afgerond)einen Strich ziehen 
5 % (afgerond)eine Strich ziehen
13 % (afgerond)ein Strich ziehen

Der/ein Strich (streep) bestaat uit de stamvorm van het werkwoord streichen-strich-gestrichen: glad strijken / doorhalen. 

Deze woorden zijn overwegend mannelijk, hier lijdend voorwerp:

einen Strich.

durchstreichen = doorstrepen / unterstreichen = onderstrepen

 

erledigt: afgedaan, klaar

 

 

 

 

afb. 4teachers.de


Zie ook de pagina geslacht.



Een beleefde reactie op de zin:

"Entschuldigung, dass ich zu spät komme."

" ........ "

 

     



15 % (afgerond)Das ist egal.
9 % (afgerond)Das gibt nichts.
76 % (afgerond)Das macht nichts. 

Das macht nichts: het geeft niet.

Das gibt es nicht: dat bestaat niet.

Das ist egal: dat maakt niet uit. In deze situatie zou dit niet als beleefd overkomen maar eerder als ongeïnteresseerd (kan me niet schelen).

Möchtest du Käse oder Wurst? - Das ist (mir) egal.

Zie eventueel ook menupagina: spreektaal 'spreekintenties alfabetisch'.


Zie ook de pagina standaardzinnen N-D.



Weil ich kein Geld habe, muss ich leider auf eine Ferienreise verzichten.

 

verzichten auf = ........ .



89 % (afgerond)afzien van 
verzieken
5 % (afgerond)uitstellen
6 % (afgerond)afzeggen

verzichten auf (der Verzicht): afzien van

Het wordt ook vaak licht ironisch gebruikt: Darauf kann ich verzichten - Dat hoef ik niet, dat kan ik missen (als kiespijn).

 

afzeggen: absagen

uitstellen: verschieben

verzieken: verderben


Zie ook de pagina weetwoorden I.



TOTAALRESULTAAT:
80% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)





Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel

© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties

opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß