Die Zukunft: eindigt op -kunft en is derhalve vrouwelijk.

Grapje uit de tijd van de studentenbeweging '68 - zogenaamde Sponti-Sprüche.

rennen - rannte - gerannt: onregelmatig werkwoord

idem:

brennen - brannte - gebrannt 

kennen -  kannte - gekannt

nennen - nannte - genannt

die Geschwindigkeit: snelheid

foto: footyrenders

sondern: niet het een maar het ander

Er is een tegenstelling en er staat een 'negatie' vooraf: geen ... maar / niet (alleen) ... maar (ook).

Er ist nicht alt sondern jung. Sie ist nicht nur hübsch, sondern auch schlau.

aber: algemeen voor een tegenstelling met een toevoeging

Er ist streng, aber gerecht. Er ist nicht alt, aber auch nicht jung. Ich esse gerne Pizza, aber ich vertrage sie nicht.

oder: het een of het ander (keuze)

ob: of

der Muskel: spier

de toevoeging Kater heeft dezelfde oorsprong als 'kater door alcohol'

vermoeidheid: die Müdigkeit

een baaldag hebben: blau machen, schwänzen (spijbelen), 'Null-Bock-Tag'

Ik baal: Das stinkt mir.