9170 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
Sie ist eine gute Handballspielerin.
Sie ........ das Tor aus großer Entfernung.
Ich treffe
du triffst
er/sie/es trifft:
bij een sterk werkwoord met een -e- in de stam verandert de -e- bij du, er, sie, es in -i-.
Ich habe ........ gestern in der Stadt gesehen.
Onderwerp: ich
Lijdend voorwerp: ihn
Ich habe ihn gesehen.
Korte zinnen bestaan vaak uit een onderwerp, een werkwoord (persoonsvorm) en een lijdend voorwerp, dus 4e naamval.
Er hat keinen Kugelschreiber (lijdend voorwerp).
Ich gebe ihm (aan hem = meewerkend voorwerp) einen Kugelschreiber.
Die Auswahl an Kuchen war sehr groß. Ich konnte mich gar nicht ........ , was ich kaufen sollte.
sich (für etwas) entscheiden (wederkerig): kiezen uit een aanbod
ergänzen: aanvullen
erledigen: een werk (af)maken / een taak uitvoeren
beschließen: een besluit nemen; dat berust niet op een keuze tussen verschillende dingen zoals in deze zin, derhalve is beschließen hier niet correct.
Der Hund hat gebellt und gebissen, obwohl man sagt "Hunde die bellen, ........ nicht."
Wat is de juiste schrijfwijze?
bijten = ........ .
Het hele werkwoord heeft een tweeklank: -ei-.
Deze wordt niet 'snel' uitgesproken, derhalve ß.
Vergelijk met: biss - gebissen.
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |