9183 actieve gebruikers Inloggen bestaande gebruiker Aanmelden nieuwe gebruiker Naar mobiele versie |
||||
........ habt ihr zur Party eingeladen?
Onderwerp: ihr (habt eingeladen)
Wen? vraagt naar het lijdend voorwerp (4e naamval).
Wen habt ihr eingeladen? - Wir haben ihn / den Nachbarn / einen Freund eingeladen.
Wer? vraagt naar het onderwerp (1e naamval). Wer kommt heute zu Besuch?
Wie? = hoe?
Het werkwoord blijft in het Duits enkelvoud, ook als naar eventueel meerdere personen gevraagd wordt.
Wie gaan er (allemaal) mee?: Wer geht (alles) mit?
Wie zijn dat?: kan niet letterlijk vertaald worden naar het Duits,
wél mogelijk: Wer sind diese Leute?
Entschuldigung, können Sie ........ bitte helfen?
Het werkwoord helfen combineert altijd met de 3e naamval:
mir, dir, ihm, ihr, uns, euch, ihnen, Ihnen.
Enkele werkwoorden zijn gekoppeld aan de 3e naamval. De meest gebruikte zijn danken, gratulieren, gehören, glauben, helfen.
mich: 4e naamval
mein: bezittelijk voornaamwoord; past niet in deze zin
(Uitroep van verbazing) - Hoe bestaat het?! : ........
Woher kommt das denn (jetzt wieder)?: Waar komt dat nou (weer) vandaan?
Wo gibt es das?: Waar kun je dat (voorwerp) krijgen?
Wie gibt es das?: In welke vorm/soort/kleur is dat beschikbaar?
(Brieftekst)
Bitte bringen Sie alle nötigen Unterlagen mit.
De betekenis van (die) Unterlagen in deze zin: ........ .
Neemt u s.v.p. alle benodigde papieren / het dossier mee.
Deze standaardzin kun je bijvoorbeeld in een uitnodigingsbrief voor een sollicitatie of in het kader van een aanvraag bij een overheidsdienst tegenkomen.
onderlegger: der Untersetzer (voor glazen, pannen)
benodigdheden: das Benötigte, das Notwendige
© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß |