9174 actieve gebruikers

Inloggen bestaande gebruiker

Aanmelden nieuwe gebruiker

Naar mobiele versie


Antwoorden van 02-01-2025 (niveau 2)



eerdere test 02 JAN latere test
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 2 hebben de test van 02-01-2025 zo ingevuld:



Das sieht dir mal wieder ähnlich!



2 % (afgerond)Je lijkt weer eens op haar/hem.
75 % (afgerond)Dat is typisch weer iets voor jou. 
13 % (afgerond)Dat lijkt ook weer op jou.
9 % (afgerond)Dat is net zoiets als jij.

ähnlich sehen: lijken op

Als vaste uitdrukking met 'mal wieder': dit past bij jouw persoonlijkheid (gedrag/houding) / dat is typisch voor wat jij (gewoonlijk) doet/zegt.

 

Dat lijkt op jou: slaat op een 'iets' dat uiterlijk lijkt op de persoon.

Das Smiley sieht (so ähnlich) aus wie du / sieht dir ähnlich.

Dat is net als / zoals jij: Das ist genauso wie du.

Je lijkt op haar/hem: Du siehst ihr/ihm (3e naamval) ähnlich.

 

Het werkwoord ähneln (lijken op) combineert met de 3e naamval: Sie ähneln sich wie ein Ei dem andern. Sie ähnelt ihrem Bruder.


Zie ook de pagina standaardzinnen met 3e naamval.



Der Ertrag ist dieses Jahr weniger hoch als im vorigen Jahr.

 

der Ertrag = ........



85 % (afgerond)opbrengst 
3 % (afgerond)uitkomst
11 % (afgerond)afdracht
1 % (afgerond)succes

Oorspronkelijk uit de landbouw: gewassen dragen vruchten.

Der Ertrag pro Apfelbaum ist zirka 40 Kilo.

Der Ertrag in de betekenis van oogst: die Ernte.

 

afdracht: die Abgabe (die Steuerabgabe: belastingafdracht)

succes: der Erfolg

uitkomst: das Ergebnis, das Resultat


Zie ook de pagina weetwoorden I.



(De) ........ Telefon klingelt.

 

    



27 % (afgerond)Der
4 % (afgerond)Die
1 % (afgerond)Den
68 % (afgerond)Das 

Das Telefon (das Smartphone, das Handy, das Tablet): in het Duits dus onzijdig.

Das-woorden zijn niet altijd het-woorden en omgekeerd. Dat geldt met name voor 'vreemde woorden': das Auto, das Baby, das Datum, das Foto, das Radio en enkele meer.


Zie ook de pagina geslacht.



(Vanavond gaan we weer eens de hort op.)

 

Heute abend ziehen wir mal wieder um ........ Häuser, aber um Mitternacht ........ wir zuhause sein, sonst ist die Tür verschlossen.



64 % (afgerond)die - müssen 
22 % (afgerond)den - müssen
14 % (afgerond)der - sollen

Na het voorzetsel um volgt de 4e naamval.

Die Häuser: meervoud 1e en 4e naamval.

 

müssen: als het wettelijk verplicht is of anderszins noodzakelijk (de deur is op slot)

sollen: op gezag van iemand - Meine Mutter will, dass ich um 10 Uhr zuhause bin. Sie sagt: Du sollst rechtzeitig nach Hause kommen!

 

Auf die Piste gehen is eveneens spreektaal voor ausgehen.


Zie ook de pagina met 4e naamval.



TOTAALRESULTAAT:
73% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)





Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel

© 2014 - NU Beter Duits is een initiatief van Martin van Toll Producties

opgericht in samenwerking met Deutsch macht Spaß