die Verfassung = das Grundgesetz: de grondwet 

wider (zonder -e-): tegen; (der Widerstand: het verzet)

tegenstrijdig (in tegenspraak met): widersprüchlich/ es widerspricht

tegen de goede zeden: unsittlich / gegen die guten Sitten (verstoßen)

weerzinwekkend: widerwärtig

ablehnen: afwijzen

Der Bundesrat (beoordeelt o.a. de grondwettigheid van ingediende wetsvoorstellen): vergelijkbaar met de Eerste Kamer.

die Niederlande: altijd meervoud met lidwoord, hier onderwerp

die Lande is een oude meervoudsvorm van das Land - die Länder

die Niederländer: de Nederlanders

der Norden, der Südwesten

liegen im: vaste situatie, dus 3e naamval

wir wissen, ihr wisst, sie/Sie wissen

ich weiß: na -ei- volgt -ß-

ihr wisst: na een korte -i- volgt -ss-

foto: NRC (Van Kooten en De Bie)

Zonder woordje uit de der/(m)ein-groep krijgt het bijvoeglijk naamwoord in principe de uitgang van het (lid)woord:

der schlechte Wein - schlechter Wein (1e)

für den Wein -  für schlechten Wein (4e)