........ Sie, wo hier ein Supermarkt ist?
wissen is onregelmatig:
ich, er, sie, es, man, jeder weiß
du weißt
ihr wisst
wir, sie/Sie wissen.
Kleine Geschenke erhalten ........ Freundschaft.
Die Freundschaft: woorden met de uitgang -schaft zijn vrouwelijk.
Hier 4e naamval: bij vrouwelijke woorden zelfde vorm als 1e naamval.
foto: dpa
Confucius: De weg is het doel.
Der Weg ist ........ .
Der Weg = das Ziel (het doel, de bestemming, finish in de sport).
Koppelwerkwoord sein:
Er (onderwerp) ist (=) ein netter Mensch, dus eveneens 1e naamval.
(Auto)
Je länger die Knautschzone, desto besser ist man bei einem Aufprall geschützt.
die Knautschzone: ........
Hoe langer de 'kreukelzone' hoe beter de bescherming bij een botsing.
knautschen: kreukelen, verfrommelen
der Aufprall: smak/botsing
remweg: der Bremsweg
aanrijding: der Zusammenstoß, der Unfall
voetgangersgebied: die Fußgängerzone