De volgende voorzetsels hebben altijd de derde naamval:
(zie ook bij: voorzetsels- gebruik/speciaal idioom)
*door in de betekenis van via: Ich habe das durch die Zeitung erfahren.
Bij personen en instellingen wordt voor naar altijd zu gebruikt.
*gegenüber wordt ook weleens achter het betreffende objekt gebruikt: dem Bahnhof gegenüber
Tijdsbepalingen met een voorzetsel staan in de 3e naamval:
Am Montag / im Sommer / seit einem Jahr spiele ich Tennis.
(zonder voorzetsel staan tijdsbepalingen in de 4e naamval: Ich gehe jeden Tag ins Fitnesszentrum.)
Als een werkwoord een voorzetsel als voorvoegsel heeft wordt de 3e naamval gebruikt.
beiwohnen, mitteilen, e.d.
Sie wohnt der Sitzung bei. Ich habe ihm (meewerkend voorwerp) etwas mitgeteilt.