Ich komme (in de ochtend) ........ .
Der Morgen - am Morgen : zelfstandig naamwoord, dus met hoofdletter. (Ook: am Vormittag)
Ich komme morgen: bijwoord, dus met kleine letter.
Tijdsbepalingen met dagen en dagdelen combineren met am (3e naamval): am Montag, am Vormittag (maar: in der Nacht, vrouwelijk).
Der Bau des Flughafens 'Berlin Brandenburg' hatte sich um Jahre (vertraagd) ........ .
verzögern: vertragen - zögern [tseukern]: aarzelen
die Verzögerung: de vertraging m.b.t. uitstel, niet op tijd klaar zijn
die Verspätung: vertraging m.b.t. te laat zijn/komen
Ich habe mich verspätet.
(sich mit jemandem) vertragen: het met iemand kunnen vinden / het na een ruzie weer goed maken
vertreten: een persoon vervangen / een persoon of organisatie vertegenwoordigen
Wat vind je van deze zaak?
Was ........ du denn von dieser Sache?
halten - hielt - gehalten
sterke werkwoorden met -a- veranderen in -ä- :
ich halte - du hältst - er, sie es hält
wir halten - ihr haltet
du hältst: door de umlaut volgt geen -e- na de -t-
halten von: ergens iets van vinden, goedkeuren of afkeuren
Ich halte viel von / nichts von Superfood.
Ook: ich finde das nicht schön/nützlich/... . Maar de vraag luidt dan: Wie (hoe) findest du das?
Ich habe genug gegessen, ich bin ........ .
Dit is een vals vriendje: satt sein betekent voldaan na het eten - Ik zit vol.
Voll: spreektaal voor betrunken sein. Dus ook dat is een vals vriendje.
Een beker is vol: gefüllt, voll.
Ik ben het zat / ik heb er genoeg van: Ich habe es satt / mir reichts.