Für dieses Gericht brauchen wir ein Kilo ........ Tomaten und ein Pfund ........ Hackfleisch.
die Tomaten (meervoud), das Hackfleisch
De vervoeging moet hier volgens de regels 'zonder lidwoord'.
4e naamval meervoud: reife Tomaten (de -e is 'verhuisd' van die naar reife).
Gemischtes Hackfleisch (gehakt halfom): onzijdig, enkelvoud met de -s van das.
Het gehakt mengen (met ei en paneermeel): das Hackfleisch mischen.
Entschuldigung, darf ich ........ etwas fragen?
Fragen is een werkwoord met de vaste 4e naamval:
Ich frage dich / Sie / den Lehrer / meinen Bruder.
Fragen (een vraag stellen) en bitten (verzoeken) zijn veel voorkomende werkwoorden die in het Duits altijd met de 4e naamval combineren.
Ich frage dich / ihn / den Lehrer.
Ich bitte Sie / meinen Vater.
Zie voor verdergaande uitleg ook menupagina 'Overzicht Duitse Grammatica (extra tips)': Verschil Nederlands-Duits m.b.t. het ontleden van zinnen.
Wegen der Erdbebengefahr (mochten) ........ die Touristen nicht weiterreisen.
dürfen - durfte - gedurft: mogen (toestemming hebben)
mögen - mochte - gemocht: houden van, lusten
die Gefahr: vrouwelijk, net als die Gewalt en die Geduld
wegen der Gefahr (2e en 3e naamval)
(De opvoeding) ........ der Kinder ist auch eine Aufgabe der Schule.
die Erziehung: opvoeding
die Aufzucht: fokken van dieren
das Aufwachsen: zelfstandig naamwoord voor opgroeien
die Ausbildung: opleiding