MOB-versie | Naar grote versie



Antwoorden van 06-09-2024 (niveau 2)



eerdere test 06 SEP latere test
(klik op een pijltje om naar een andere datum te bladeren)


De deelnemers op niveau 2 hebben de test van 06-09-2024 zo ingevuld:



Wir verwenden nur ........ Tomaten aus eigenem Anbau.

 

     



1 % (afgerond)frischem
79 % (afgerond)frische 
21 % (afgerond)frischen

Die Tomaten (meervoud) is lijdend voorwerp: 4e naamval.

Er staat geen woordje uit de der- of (m)ein- groep voor frisch-.

De uitgang wordt dan overgenomen van het lidwoord:

(1e en) 4e naamval meervoud: frische Tomaten.

 

Als er wél een (lid)woord voor staat krijgen bijvoeglijke naamwoorden in het meervoud in alle naamvallen de uitgang -n:

die/der/den/die frischen Tomaten.

 

 

 

afb. freepick


Zie ook de pagina zonder woord ervóór.



(Briefbegin)

........ Linda, wie geht es ........ Schwester?



7 % (afgerond)Lieber, deiner
29 % (afgerond)Liebe, deine
64 % (afgerond)Liebe, deiner 
Lieben, dein

Een briefaanhef staat in de 1e naamval.

Linda en Schwester zijn vrouwelijke personen.

Lieb- krijgt de uitgang van die, dus: liebe.

Wie geht es + 3e naamval: wie geht es dir/ihr/ihm/Ihnen/deiner Schwester/deinem Bruder?

Mir geht es gut, es geht ihr gut, es geht ihm gut .

 

Na de aanhef (dus na de komma) begin je in het Duits met een kleine letter.


Zie ook de pagina standaardzinnen met 3e naamval.



Erst wollte sie Journalistin ........ , aber dann ist sie doch Lehrerin ........ .

 



1 % (afgerond)wurden, worden
4 % (afgerond)werden, worden
86 % (afgerond)werden, geworden 
9 % (afgerond)worden, geworden

Werden drukt de toekomst uit.

Ich werde morgen einkaufen gehen.

Was willst du denn einmal werden? Wat wil je (later) worden?

 

werden - wurde - geworden: sie ist ... geworden


Zie ook de pagina onregelmatig.



Die Verkehrsregel lautet:

Bei Rot ........ man die Straße nicht überqueren (oversteken).

 



24 % (afgerond)soll
mag
2 % (afgerond)muss
73 % (afgerond)darf 

dürfen: mogen (toestemming hebben)

Man darf nicht: het is volgens de wet verboden, je kunt een boete krijgen.

sollen: moeten op grond van een opdracht - Meine Mutter hat gesagt, ich soll warten.

mögen: graag mogen, willen

müssen: noodzaak - Ich muss mich beeilen, sonst komme ich zu spät.

 

De verschillende toepassingen van sollen zijn lastig te onderscheiden.

Man soll nicht: men behoort niet. Het klinkt weliswaar als een 'bevel' maar in combinatie met man behelst het een algemene regel. Man soll nicht lügen: je hoort niet te liegen.


Zie ook de pagina dürfen / müssen / sollen / mögen.



TOTAALRESULTAAT:
76% goed

Uitleg van de kleuren en symbolen:
GOED GEKOZENhet juiste antwoord (door jou gekozen)
FOUT GEKOZENeen fout antwoord (door jou gekozen)





Help | Contact  |  Instellingen  |  


Beter Spellen Beter Rekenen NU Beter Engels NU Beter Duits NU Beter Frans NU Beter Spaans Beter Bijbel



Martin van Toll Producties
in samenwerking met
Fundgrube Deutsch