(Doorgeven van een boodschap)
"Der Polizist sagt, dass alles unter Kontrolle ist.
Wir (moeten) ........ uns alle ruhig verhalten. Wir (mogen) ........ das Gelände gleich verlassen."
'De agent zegt': je geeft de opdracht van een 'gezaghebber' door en daarvoor gebruik je sollen. De agent heeft gezegd: Bleiben Sie bitte ruhig...
Aangezien 'alles onder controle' is, is er geen aanleiding voor 'müssen'.
Bij een noodgeval gebruik je müssen. Es ist hier gefährlich, wir müssen sofort weg.
Mögen: mogen, houden van, willen. Ich mag nicht weggehen = ich möchte nicht weggehen.
In het zuiden van Duitsland is ich mag soms gebruikelijker dan ich möchte.
Können Sie für uns ........ reservieren?
Sie: onderwerp
Das/ein Zimmer: in deze zin lijdend voorwerp, dus 4e naamval.
Onzijdige woorden hebben in de 1e en 4e naamval dezelfde vorm.
De lidwoorden krijgen dus geen uitgang in de 4e naamval.
Wat wil dit bord zeggen?
feestterrein: der Festplatz
zuipkeet: (der/ein) Ballermann (afgeleid van een zuipcafé op Mallorca)
wegverzakking: der Straßeneinbruch
die Gasse: smalle straat, steeg
In welk woord klinkt de -a- zoals in Straße?
De -ß- in Straße geeft aan dat de -a- niet kort wordt uitgesproken: straaze.
Vase wordt eveneens met een wat langere -a- uitgesproken. Dat geldt voor de meeste klinkers tenzij er een dubbele medeklinker volgt (ll/mm/ch/ck/st): der Hut, das Glas, der Weg.
Dus in tegenstelling tot de -a- voor -ss- als in Gasse (straatje/steeg) en Masse. NB Zwitserduits kennt geen -ß-.
De -s- in Vase [waze] en de -ß- in Straße is minder 'scherp' dan een S aan het begin van een woord.