........ Plan war sehr gut.
Het plan: der Plan (onderwerp) is de stam van het werkwoord planen.
Deze woorden zijn overwegend mannelijk: der Beruf, der Besuch, der Gruß, der Rauch, der Tanz, der Verband ...
Hieronder dus ook veel woorden die in het Nederlands onzijdig zijn.
........ habt ihr zur Party eingeladen?
Onderwerp: ihr (habt eingeladen)
Wen? vraagt naar het lijdend voorwerp (4e naamval).
Wen habt ihr eingeladen? - Wir haben ihn / den Nachbarn / einen Freund eingeladen.
Wer? vraagt naar het onderwerp (1e naamval). Wer kommt heute zu Besuch?
Wie? = hoe?
Het werkwoord blijft in het Duits enkelvoud, ook als naar eventueel meerdere personen gevraagd wordt.
Wie gaan er (allemaal) mee?: Wer geht (alles) mit?
Wie zijn dat?: kan niet letterlijk vertaald worden naar het Duits,
wél mogelijk: Wer sind diese Leute?
Ich habe ........ Zug nicht mehr erreicht.
Der letzte Zug: bij mannelijke woorden met lidwoord alleen in de 1e naamval geen -n.
Der Zug: oude stamvorm van het werkwoord ziehen-zog-gezogen (trekken); deze woorden zijn overwegend mannelijk,
hier lijdend voorwerp, 4e naamval: den letzten Zug.
De trein halen: den Zug erreichen (formeel) / kriegen, schaffen (spreektaal) / den Zug verpassen (missen)
Aus ........ des 50-jährigen Jubiläums unseres Fußballvereins organisieren wir nächstes Jahr eine Feier.
Naar aanleiding van: aus Anlass / anlässlich (er volgt de 2e naamval). Het wordt vaak in zakenbrieven en officiële mededelingen gebruikt.
Der Anlass: bestaat uit de stam van het werkwoord lassen, deze woorden zijn overwegend mannelijk.
die Anleitung: de handleiding
der Anlasser: starter van een machine / auto
Erst am 31. Oktober 1970 wurde auch den Frauen offiziell das Fußballspielen erlaubt.