Ich ........ mich um die Stelle als Aushilfskraft.
sich bewerben, die Bewerbung: solliciteren, sollicitatie (baan)
Verwant aan die Werbung, dus reclame (die Reklame): Je maakt als het ware reclame voor jezelf.
kandidieren für (niet wederkerend): zich verkiesbaar stellen voor een functie in de politiek, als voorzitter e.d.
inserieren en annoncieren: publiek maken, een advertentie in de krant plaatsen (das Inserat, die Annonce, die Anzeige)
die Aushilfskraft: invalkracht, tijdelijke/vervangende medewerker
Er rannte so schnell er (kon) ........ .
können - konnte - gekonnt: in staat zijn om iets te doen
Ich kann Deutsch.
kennen - kannte - gekannt: iets geleerd hebben, weten, iets/iemand kennen
Ich kenne den Weg.
De vorm könnte is aanvoegende wijs. Het zou kunnen: Es könnte sein.
rennen - rannte - gerannt
brennen - brannte - gebrannt
foto: UNSPLASH/SPORLAB
(Uitroep van verbazing) - Hoe bestaat het?! : ........
Woher kommt das denn (jetzt wieder)?: Waar komt dat nou (weer) vandaan?
Wo gibt es das?: Waar kun je dat (voorwerp) krijgen?
Wie gibt es das?: In welke vorm/soort/kleur is dat beschikbaar?
Das alte Schränkchen will ich shabby chic weiß ........ .
(an)streichen: verven
(tweede betekenis: schrappen/wegstrepen)
malen: een schilderij schilderen (anmalen/bemalen: beschilderen)
ein muur schilderen: eine Wand streichen
de huisschilder: der Anstreicher / der Maler
schildern: beschrijven, vertellen, schetsen (ein Erlebnis schildern)
zeichnen: tekenen