Mein neues Fahrrad hat zehn (versnellingen) ........ .
de versnelling (auto, fiets): der Gang
der erste Gang, der Rückwärtsgang
Meervoud volgens de hoofdregel voor mannelijke woorden: umlaut + -e.
De schakeling voor de versnellingen: die Gangschaltung.
Die Schnellheit (tempo) wordt zelden gebruikt. Gebruikelijk is die Geschwindigkeit, das Tempo.
Verschnellung: geen bestaand woord
sneller worden: beschleunigen, die Beschleunigung (acceleratie)
'(Het bezoek) ........ der alten Dame' ist ein Theaterstück von Friedrich Dürrenmatt.
Der Besuch: woorden bestaande uit de stam van een werkwoord zijn overwegend mannelijk.
Het betreft o.a. woorden die in het Nederlands onzijdig zijn: der Beruf, der Besitz, der Betrag, der Plan, der Verstand, der Vorteil, der Zufall.
Was ........ die Nachbarin darüber?
wissen: ich, er, sie, es, wer, jemand, die Nachbarin weiß
du weißt, ihr wisst
Na de dubbelklank -ei- schrijf je -ß-, de -ss- staat alleen na een korte klinker.
Er kann (noch) ........ lesen (noch) ........ schreiben.
noch ... noch = weder ... noch: niet het een noch het ander
entweder ... oder = of ... of, stelt de keuze: het een of het ander
De twee andere opties bestaan niet.