Der Hund (beet) ........ den Radfahrer ins Bein.
Sterk werkwoord: beißen - biss - gebissen
Na -ei- schrijf je -ß-, na een korte klinker als in biss volgt dus -ss-.
Sinds de spellingshervorming in 1996 gelden andere regels voor ss/ß. Zie uitlegpagina 'spellingregels'.
Beißen in wordt als actie met resultaat gezien en combineert met de 4e naamval: ins Bein / in den (sauren) Apfel beißen.
An ........ Gracht stehen besonders schöne Patrizierhäuser.
die Gracht: vrouwelijk woord uit de groep met de uitgang -t
stehen + an (waar?): 3e naamval.
das Patrizierhaus: herenhuis in de stad
der Patrizier: rijke koopman, 'stadsadel' zoals bijvoorbeeld de familie Six
Tut mir leid, das ist (abusievelijk) ........ passiert.
versehentlich / aus Versehen: zonder opzet, abusievelijk
das Versehen (der Irrtum): de vergissing
absichtlich - unabsichtlich, mit / ohne Absicht: (niet) opzettelijk
vergeblich: tevergeefs
Wat betekent de uitdrukking 'keinen Bock haben'?
Bock haben auf = Lust haben auf (zin hebben in).
Deze vaak gebezigde uitdrukking (oorspong: Rotwelsch = boeventaal) uit het jeugdslang (Null-Bock-Generation jaren '80) is inmiddels tot algemeen gebruikte spreektaal verworden.
geen geld hebben (platzak/failliet): pleite sein
geluk hebben (boffen): Schwein haben (spreektaal), in het Nederlands bestaat het werkwoord zwijnen (onverdiend geluk hebben)
pech hebben: Pech haben / eine Panne haben (auto)