Das Angebot haben wir bereits im September per Mail angefragt.
Wir haben (uw offerte) ........ erst heute empfangen.
das Angebot: zie 1e zin
1e en 4e naamval: das/ein/euer/Ihr Angebot
Woorden met Ge- en uitgang -t zijn overwegend onzijdig.
De vorm van de 1e en 4e naamval onzijdig is gelijk.
Die Haie schwimmen unruhig (in het) ........ großen Seeaquarium herum.
De haaien zwemmen rondjes in het aquarium.
Controlevraag: waar zwemmen zij?: 3e naamval omdat er geen verandering plaatsvindt.
Vergelijk: Die Haie schwimmen in die (4e naamval) unterirdische Grotte hinein. De haaien zwemmen de grot in.
In welke ruimte kun je NIETS bewaren/opslaan?
Het goede antwoord is dus het 'foute' woord:
der Aufschlagraum = de ruimte op het sportveld waarbinnen de balopslag plaatsvindt.
das Lager: het magazijn / der Lagerraum: opslagruimte
der Speicher: de zolder / in de haven: pakhuis
Die Speicherstadt is een stadsdeel van pakhuizen in de haven van Hamburg, nu woonwijk.
der (Arbeits)Speicher des Computers: (werk)geheugen
speichern: das Dokument auf dem PC speichern, Torferde speichert Wasser
der Stauraum: bergruimte
Denk aan stuwen/stouwen (stauen) in het goederentransport: plaatsen van stukgoederen in schepen, vrachtwagens, wagons e.d.
Lange her ist eine merkwürdige Sache passiert, die uns alle sehr verwunderte.
Welk onderdeel van deze zin is FOUT?
De juiste formulering is:
Es ist lange her (, dass eine ... passierte).
Ook: Vor langer Zeit / Vor Langem passierte eine merkwürdige Geschichte.
Eine merkwürdige Sache (gebeurtenis/incident): onderwerp vrouwelijk.
(Die Sache verwunderte) uns: lijdend voorwerp.