(Op grond van het slechte weer wordt de wedstrijd afgelast.)
........ schlechten Wetters fällt das Spiel aus.
wegen: wegens, op grond van (ook: aufgrund)
statt: in plaats van
während: tijdens
trotz: ondanks
Deze voorzetsels hebben formeel de 2e naamval maar worden tegenwoordig, met name in gesproken taal, vaak met de 3e naamval gebruikt (behalve: aufgrund +2e naamval).
foto: dreamstime
Jetzt ist aber Schluss mit lustig.
Mach mal schnell einen Abflug!
einen Abflug machen: ........ .
einen Abflug machen (die Fliege machen): ophoepelen, wegwezen!
een uitstapje maken: einen Ausflug machen
het vliegtuig halen: das Flugzeug / den Flug kriegen (op tijd zijn)
opschieten: beeil dich / beeilt euch, dalli, dalli! Mach hinne!
Schluss mit lustig: afgelopen met de pret, ik meen het serieus.
"Wat ben je op dit moment aan het doen?"
Was tust du denn so?: Wat doe je zoal?
Was beschäftigt dich gerade?: Wat houdt je bezig (mentaal)?
Womit beschäftigst du dich?: Welke bezigheden voer je uit?
'Doen' is in het Duits heel vaak machen.
Het is niet makkelijk om tun te onderscheiden van machen als je iets wilt vertalen.
Derhalve zijn standaardzinnen handig om te kennen.
........ Vater liest gerade die Zeitung.
Der Vater / mein Vater liest: onderwerp, dus 1e naamval.
meinen Vater: 4e naamval. Ich rufe meinen Vater.
Meine en meiner zijn vervoegingen bij vrouwelijke woorden resp. meervoudsvormen.
foto: freepik